Het stormt nog steeds als ik de voordeur achter me dichttrek en aan mijn hardlooprondje "Zijl met schapen" begin (door de polder, langs de molen, de Zijl, 't Joppe, langs de schapen en met een grote boog weer terug). Op de dijk richting 't Joppe heb ik wind mee. Mijn oude blauwe veel te grote regenjack, nu goed als windjack, maakt het geluid van een niet goed gehesen grootzeil, het klappert als een bezetene. Als een soort driemaster (linkermouw, middenpand, rechtermouw) zeil ik in hoog tempo en met reuzenstappen over de dijk. Linksaf, over het bruggetje richting 't Joppe moet ik scherp naar links overhellen om niet rechts in het water geblazen te worden, spannend! Rechtsaf en dan met een boog weer naar links heb ik weer wind mee. Ik zweef met grote stappen over het schiereilandje. Walking on the moon! De schapen die hier wonen, liggen relaxed te kauwen. Ze kijken met hun glazen ogen dwars door me heen en trekken zich niets van mij aan. Een stuk verderop zit een grote groep ganzen, ik denk Rotganzen. Geen Nijlganzen in ieder geval want die zijn bruin en deze zijn zwart/wit. Gezien de locatie besluit ik dat het eigenlijk 'Zijlganzen' moeten zijn. Zij worden wel onrustig en lopen al gakkend een stukje opzij. Met nog drie grote reuzen stappen ben ik bij de lichtboei, aan het eind van het eilandje. De boei leidt de bootjes die 's zomers van de Kaag en de Zijl komen veilig in het donker richting Warmond. Bij de boei draai ik om.
Ok! Nu wind tegen, dat is andere koek! De wind blaast direct dikke tranen uit mijn ogen. Kwa krachtsinspanning en snelheid lijkt het alsof ik probeer weg te lopen van de lichtboei terwijl ik daaraan vastgebonden ben met een dik stuk elastiek Helemaal voorover gebogen (zoekend naar bukshag?) kom ik heel langzaam vooruit. Ziet er vanaf een afstandje vast heel vreemd uit. Over koek gesproken: ondertussen, en misschien heeft dat met de krachtsinspanning te maken, begint in mijn maag de laag deegrestanten van pindakaasmuffins-met-aardbeienjam-en-chocolade en pencéetaart, die ik vanochtend heb gebakken omdat morgen iedereen taart komt eten vanwege mijn verjaardag vorige week (en waarvan ik de mengkom natuurlijk vrij royaal heb uitgelikt) langzaam op te spelen. Een gistende, bewegende massa, die de nooduitgang zoekt. Goed rekening houden met de windrichting als de boel straks naar buiten wil. Net zoals met zeilen en zeeziekte eigenlijk.
Verderop, in de beschutting van de huizen , kan ik weer een beetje omhoog veren. En 47'16" later trek ik een beetje moe maar voldaan de voordeur weer achter me dicht.
2 opmerkingen:
Wat een heerlijk verslag van een lekkere loop waarvan je vast heel voldaan was achteraf
X Hermelien
ja! Het 'afzien' tijdens maakt achteraf altijd snel plaats voor voldoening.
Een reactie posten