Over mij

Mijn foto
Reizen | wandelen | hardlopen | MTB trek- en toertochten | foto's | routes | natuur |lekker eten | werken in het buitenland

maandag 17 juni 2013

Love Valley



De vallei waar we vandaag doorheen lopen heet de 'Love Valley'.  Onze Nederlandstalige reissbeschrijving heeft t over 'asperges'.



The pictures tell it all. No further comment needed.

zondag 16 juni 2013

Mustafapasja - Çavusin



Vroeger woonden in Mustafapasja uitsluitend Grieken en heette het dorpje Sinasos. Maar na de bevolingsuitwisseling van 1924 verdwenen de etnische Grieken en kwamen er Turkse bewoners voor terug. De Griekse invloeden in het dorpje zijn echter nog wel duidelijk aan de huizen in het dorp te zien, zoals de schelpvormige versieringen aan de gevels van de huizen. De in de rotsen uitgehouwen kerkjes in de wijde omgeving zijn allemaal Grieks en hadden vroeger mooie fresco's, maar die zijn beschadigd achtergelaten. Dat zouden de Grieken hebben gedaan bij hun vertrek, zegt de ene variant. De andere variant zegt dat in de islam geen mensen mogen worden afgebeeld, en dat daarom met name de gezichten van de afbeeldingen het hebben moeten ontgelden.

Wij verbleven in The Old Greek House, een prachtig 250 jaar oud Grieks herenhuis met patio en mooie beschilderde plafonds. Heel erg sfeervol, bijzonder vriendelijk personeel en heerlijk eten. Martha Steward was er ook geweest, volgens de foto's aan een van de muren.


Vandaag lopen we naar Çavusin. De route gaat via een dalletje met mooie tufsteenkegels, waar ook weer huizen en duiventillen in zijn uitgehouwen. Na een uur komen we in het eerste dorpje aan, Ortahisar. Duidelijk is dat we meer richting toeristische plaatsen lopen, want de sfeer is hier anders. De prijs van vers geperst sinaasappelsap wordt opeens in euro's aangegeven, en de lokale bevolking negeert ons, terwijl we buiten de dorpjes meestal enthousiast worden toegezwaaid door de landarbeid(st)ers. 

We vervolgen onze route en lopen over een grote begraafplaats, en verder over wildpaadjes en soms een onverharde weg. Na een pittig klimmetje komen we op de parkeerplaats bij Red Valley aan. We nemen een blikje cola tegen woekerprijzen en genieten van het prachtige uitzicht over de vallei met rode rotsformaties.
Ondanks dat het hier een meer toeristisch gebied is dan waar we een week geleden begonnen aan de reis, is het dank zij het naseizoen heel erg rustig. In de Red Vally en later ook de Rose Valley komen we maar een paar mensen tegen. Beide valleien zijn sprookjesachtig. Mooie zacht gekleurde rotsen in bijzondere vormen. Daartussen zijn ook hier weer kleine akkertjes met druivenstruiken en fruitbomen.


We verlaten de vallei via een verhard karrenspoor in de richting van Çavusin en in de richting van een grote stofwolk. Als we in de wolk lopen, blijkt het een sliert quad-rijders te zijn die heel erg blij heel veel herrie zitten te maken op vierwielige motortjes. Welkom terug in de bewoonde wereld.


vrijdag 14 juni 2013

Van schedels en schildpadden




Als we na een uur of drie lopen de kloof uit klimmen staan we op de Hoogvlakte van Niemandsland.  Hoog en vooral erg leeg, wel met veel stenen en wilde kruiden en rechts voor ons een groepje eikenbomen. Mooie plek voor een picknick want daar is voor het eerst sinds vanochtend 's schaduw.

Als we richting de boompjes lopen komen we twee lokale vrouwen tegen. Met lege frisdrankflessen lopen ze op een grote waterbak af, die daar waarschijnlijk voor het vee is neergezet, en gaan de flessen vullen. We groeten ze met 'Merhaba' waaruit zij afleiden dat wij Turks praten en ze beginnen direct een gesprek. Ik denk dat ze willen weten of wij bij elkaar horen (ja) en of we kinderen hebben (nee, althans niet samen maar H wel een dochter. Maar leg dat maar eens uit in het Turks), en ik begrijp dat de ene vrouw twee kinderen heeft en de andere drie. Na wat heen en weer gegiechel en wat foto's gaan we ieder ons weegs. Medereiziger H geeft ze ons laatste blikje cola mee.

Als we daarna in de schaduw van de eikenboompjes zitten te picknicken komt er uit het niets een herder op ons afgelopen. We groeten elkaar in het Turks en hij gaat bij ons zitten. We bieden hem wat van onze lunch aan, maar dat slaat hij af. Hij begint een heel verhaal in het Turks. Ergens in de woordenstroom herken ik het woord 'çhai' en in combinatie met zijn gebaar naar achter de heuvel begrijp ik dat we worden uitgenodigd voor de thee. Dat slaan we niet af.


Achter de heuvel zitten de twee vrouwen die we zojuist hebben ontmoet samen met nog een herder, 300 koeien en 2 ezeltjes. Er wordt water gekookt op een houtsvuurtje en er wordt een kleed voor ons neergelegd om op te zitten. Met hulp van een pictogrammen boekje en een paar standaardzinnen in het Turks (vooral:  'Anla madim' - ik heb het niet begrepen) hebben we een heel gezellig gesprek. Het zijn twee echtparen, ieder van hen heeft één ezel, en het ene stel heeft 100 koeien onder zijn hoede, het andere stel 200. De ezeltjes blijken voor het vervoer van het eten en de rest van hun bagage te zijn. Medereiziger H legt uit dat hij de pakezel van ons is omdat hij de zware rugzak draagt. Dat vinden ze echt geweldig grappig.
We drinken thee met elkaar en wij brengen onze cake, rozijnen, kaas en abrikozen in.

Maar de tijd verstrijkt en wij moeten zeker nog een paar uur verder lopen om weer in de bewoonde wereld te komen en het eindpunt van vandaag te halen. We nemen afscheid en ik wordt spontaan door de vrouwen gezoend.

Wat een bijzondere ontmoeting! En ik dacht dat we al een topdag hadden omdat we eerder op de ochtend twee keer een levende schildpad hadden gezien en een paar keer koeienschedels......


donderdag 13 juni 2013

Het Paradijs



Irfan zet ons af bij Emek Pansion in Soganli. Daar worden we begroet door twee puppies. Even later verschijnen er nog een paar tot er uiteindelijk acht om onze voeten heen lopen te kwispelen.



In Emek Pansion zijn we te gast bij Zeynep en haar ouders. We hebben een ruime en bijzonder sfeervolle grotkamer tot onze beschikking, die vol ligt met tapijten en kilims.
Buiten drinken we thee en laat ik me afleiden door het jonge hondengrut. Ze blijken verzot op het klittenband van mijn sandalen. Dan verschijnt moederhond, en alle puppies rennen op haar af om te drinken. Moederhond, grote schaapherdershond, is net als haar puppies, bijzonder lief, en wil graag aangehaald worden. 

Zeynep neemt me mee naar een nisje in de rotswand, waar een gordijntje voor hangt. Erachter is een nestje gemaakt vol met zachte kussen waar een trotse en zorgzame moederpoes een kitten van vier dagen zoogt. Verder lopen er nog een stuk of drie katten, en een aantal kippen rond. Het is duidelijk dat deze dieren het hier goed hebben, ze zijn allemaal goed doorvoed en helemaal niet schuw.

Zeynep is een goede kok. 's Avonds krijgen we versgebakken brood, yoghurtsoep, een (hout)ovenschotel met kip, aardappels en groeten, rijst en een salade van tomaat, komkommer, ui, bosui en peterselie. Verse pruimen, appelschijfjes met kaneel en honing en kersen als toetje maken het af.
Ook 's ochtends worden we weer verwend. Naast de gebruikelijke tomaat, komkommer en olijven is er ook verse feta, vers gebakken brood, eigengemaakte abrikozenjam, ei uit de oven, en zelfgemaakte loempiaatjes van filodeeg gevuld met kruiden en feta.

Het heerlijke eten, de honden, katten en kippen, de stilte en vooral de gastvrijheid en vriendelijkheid van Zeynep en haar ouders maken dat ik hier nooit meer weg wil. 


woensdag 12 juni 2013

Ihlara - Soganli



We dalen af in het dorpje naar de kloof waar de rivier de Melendiz door stroomt, om de tocht van gisteren voort te zetten. Onderweg komen we langs huisjes waar koeienmest buiten ligt te drogen. De gedroogde mest wordt gebruikt om de kachel te stoken waarmee de huiskamer wordt verwarmd en waarop theewater wordt gekookt.

In de kloof lopen we heerlijk in de schaduw van knotwilgen. Af en toe komen we lokale bewoners tegen die op het land aan het werk zijn. Altijd worden we vriendelijk gegroet. Het pad is soms moeilijk te volgen en het gras en de brandnetels zijn af en toe manshoog. Maar eigenlijk is het gewoon almaar de rivier volgen.

Na een paar uur bereiken we het dorpje Ilisu. Bij het theehuis naast de moskee zitten mannen thee te drinken. Een ervan spreekt ons in vloeiend Duits aan. Hij heeft een aantal jaar in Hannover gewoond, en rechten gestudeerd. Hij vertelt met een grijns dat hij zijn studie niet afgemaakt heeft, wat illegale klusjes heeft gedaan en 5 jaar in de bak heeft gezeten. Daarna ging het de goede kant weer met hem uit en nu renteniert hij in Turkije. We moeten van hem ook echt even de dorps-Hamam van binnen bekijken. Die heeft geneeskrachtig water.

Na wat soda's uit de dorpswinkel gedronken te hebben, vervolgen we onze weg. Deze keer over de muur van een lange irrigatiegoot. Af en toe cirkelen roofvogels boven onze hoofden, en kruist een hop of slang onze weg.

Als de route ons uit de kloof omhoog leidt, wordt het pad onduidelijk en moeten we op het kompas onze richting bepalen. Zonder problemen vinden we de brug waar we moeten afbuigen en waar we het graspad langs een andere rivier moeten volgen. Alleen ligt daar een hele grote hond te slapen. Zo een die de schaapskudde bewaakt tegen wolven. Zo een die je niet wakker wilt laten schrikken. Gelukkig is zijn baasje ook in de buurt en na wat gebarentaal van onze kant maakt hij zijn hond wakker en leidt hem van ons weg. De hond volgt als een mak schaap.

Na 7 uur lopen bereiken we Cardak, waar Irfan ons in het theehuis zit op te wachten. Irfan brengt ons in zijn taxi naar Soganli, onze slaapplaats van vandaag.

dinsdag 11 juni 2013

Aksaray - Selima - Ihlara


Irfan brengt ons met zijn taxi naar Selime, het beginpunt van onze eerste wandeldag. Irfan heeft een aantal jaar in Nederland gewoond en spreekt goed Nederlands. Het toeval wil dat hij ook in Leiden heeft gewoond, en hij vraagt ons of de Kopermolen in de Merenwijk nog bestaat. Wat is de wereld toch klein.

In Selime gaan we de Ihlara kloof in. Het is een prachtig mooi dal en we volgen het riviertje de Melediz     stroomopwaarts in de schaduw van knotwilgen. Het is er, op de geluiden van kikkers, vogels en stromend water na, doodstil. Geen geluiden van auto's, goederentreinen, vliegtuigen of traumahelikopters. Alleen maar natuur. Af en toe komen we een plaatselijke bewoner tegen die zijn of haar stukje land aan het verbouwen is.

Plotseling verschijnt in tegemoetkomende richting een man op een ezeltje. Als hij vlak voor ons is, houdt hij zijn ezel stil, parkeert deze dwars op het pad en maakt ruimte vóór zich op de rug van de ezel. Dan wijst hij naar mij. "Wat?! Of ik voor hem op de ezel kom zitten? Dacht het niet!" Vervolgens wijst hij naar de grond waar een stapeltje boomschors ligt. Of ik hem dat even wil aanreiken. "Maar natuurlijk!" Met een brede tandeloze lach en een ferme handdruk neemt hij afscheid en rijdt weer weg.
Een stuk verderop vliegt een hop voor ons uit en ook zien we een dobbelsteenslang naast het pad het gras inglijden.

Rond lunchtijd bereiken we Belisirma waar een paar kleine restaurantjes hun terrasjes naast en in de rivier hebben opgetrokken.

Na een heerlijke lunch vervolgen we onze weg langs de rivier. We lopen langs een aantal in de rotsen uitgehouwen Byzantijnse kerkjes. Deze behoorden aan christelijke Grieken toe die hier rond 1920 verjaagd zijn. Hoewel zwaar beschadigd, zijn van sommige grotkerkjes de fresco's wel bewaard gebleven. Vooral de gezichten van de afbeeldingen hebben het moeten ontgelden omdat in de Islam het afbeelden van mensen niet is toegestaan.

Aan het eind van de middag klimmen we de kloof uit en lopen we het dorpje Ihlara in, op zoek naar Pension Bisginler. Op ons balkonnetje genieten we na van deze mooie dag, met uitzicht op de 3286 meter hoge vulkaan Hasan Dagi en op dorpse taferelen. Af en toe komt een lokale bewoonster met koe voorbij, waarschijnlijk onderweg van het land naar huis.


maandag 10 juni 2013

Aksaray



Als we in Aksaray aan het Vilayet, het autoloze plein, uit de taxi stappen met onze rugzakken, valt direct op dat we de enige toeristen zijn. Veel mensen zijn vriendelijk nieuwsgierig en vragen ons in gebroken Engels waar we vandaan komen. Eén Turkse mevrouw begroet ons in 't Nederlands, en vertelt dat zij 40 jaar in Rotterdam heeft gewoond. We worden direct bij haar thuis uitgenodigd op de thee.

Aksaray is een klein provinciestadje met veel bedrijvigheid. Er zijn een paar leuke restaurantjes en terrasjes en een van de bezienswaardigheden is een uit het lood hangende minaret. Als we een schoolmeisje vragen waar we die minaret kunnen vinden, probeert ze het in gebroken Engels uit te leggen en vraagt t voor de zekerheid nog even na aan een paar mannen die op het plein voor een moskee staan. Iedereen wil ons uitleggen hoe we daar het beste naar toe kunnen lopen. In het Turks. En omdat we dat niet begrijpen wil iedereen met ons meelopen. Uiteindelijk vinden we de moskee met de scheve minaret gewoon op eigen kracht.

Ons hotel ligt aan het autoloze plein. We krijgen een kamer aan de achterkant, want ik erg prettig vind, want dat zal een stuk rustiger zijn dan aan de voorkant. Niets blijkt minder waar. 's Avonds hebben zich in de kamer tegenover ons zo te horen een man of vier verzameld die in een luidruchtig gesprek zijn verwikkeld en proberen de tv te overschreeuwen. Een van de mannen lijkt bovendien open tbc te hebben. Hij hoest met veel overtuiging en gevoel voor drama zijn longen er zowat uit.

Na een wat brakke nacht knappen we weer helemaal op van een uitstekend Turks ontbijt: brood, komkommer, tomaten, olijven en geitenkaas.