Over mij

Mijn foto
Reizen | wandelen | hardlopen | MTB trek- en toertochten | foto's | routes | natuur |lekker eten | werken in het buitenland

vrijdag 24 september 2010

Tarifa - Algeciras


Technische details:
afstand: 39,5 km, waarvan ongeveer de helft over asfalt en de andere helft onverhard
hoogteverschil: van -4m naar 574 m
hoogteverschil omhoog: 1177, totaal, omlaag: 1224
totale fietstijd: 6u09
moeilijkheidsgraad: middelmatig

Via een eeuwenoude poort laten we Tarifa achter ons en beginnen we aan een lange asfaltklim. De weg, geflankeerd door heel veel windmolens, slingert gestaag omhoog. We stoppen af en toe langs de vangrail om wat te drinken. Zou ik in Nederland niet zo snel doen, fiets tegen de vangrail zetten, beetje van het uitzicht genieten en wat drinken op de vluchtstrook van de snelweg. Maar hier is door het hoogteverschil misschien wat meer te zien. Afrika, aan de overkant van het water bijvoorbeeld.

Halverwege de klim is er een tankstation annex touristisch uitkijkpunt. We parkeren onze fietsen naast wat zware motoren, smeren een broodje en genieten van de zon en het uitzicht. Na een korte pauze gaan we weer verder.

We klimmen nog ongeveer een kilometer of 10 over het asfalt verder, tot Puerto del Bujeo. Daar gaat een onverhard weggetje verder omhoog, naar de Puerto de la Higuera. Nog meer stijgen dus. Maar we genieten van de omgeving: kurkeiken, pijnboompje hier en daar, zonnetje, niet verkeerd allemaal. Op de top stoppen we even om uit te rusten. Boven ons cirkelen hele grote vogels, met vleugels van het formaat kastdeur. Konden wel eens hongerige gieren zijn. Hoewel ik nog nooit een mountainbiker met fiets en al onder een hele grote vogel door de lucht heb zien gaan, wil ik toch maar niet te lang blijven stilstaan.

En dan is daar de beloning! Na 20 kilometer stijgen, gaan we nu 20 kilometer loeihard dalen!Geweldig! Staand op de pedalen scheuren we naar beneden. Het is net wintersport! Meehangen in de bochten, hobbels en kuilen beetje ontwijken. "Yihaa!" met een triomfantelijke gil, raas ik H in de binnenbocht voorbij. En verder gaat het. Ruim een uur lang razen we naar beneden, we hoeven alleen maar af en toe bij te remmen. Als de weg vlakker wordt laten we de fietsen uitrollen en stappen we even af om de opgeblazen bovenbenen te ontlasten. En om mijn achterband te plakken, want die blijkt lek. Toch net even een bramenstruik meegepakt blijkbaar.

We draaien het asfalt weer op, richting Algeciras. Na een paar hele pittige klimmetjes zien we een gezellig druk terrasje waar veel mensen zitten te eten. We besluiten om aan te schuiven en ook eerst wat te eten, voordat we naar de haven verder fietsen om daar de huurauto op te halen. Het dagmenu blijkt, al etend, iets echt 'lokaals' te zijn: varkenspoot met kikkererwten.....

Bij de haven eindigt onze tocht. Voor nu.
In april/mei 2011 gaan we verder met de Transandalus, vanuit de haven van Algeciras.

donderdag 23 september 2010

Los Caños de Meca - Tarifa

Technische details:
Afstand: 66,73 km, waarvan ongeveer 9 km over het strand, de rest asfalt
alle stijgende meters bij elkaar opgeteld: 3514 m
alle dalende meters bij elkaar opgeteld: 4049
moeilijkheidsgraad: zwaar!
fietstijd: 8 uur 41 minuten

Vandaag komen we door Zahara de los Atunes! Ik weet niet waarom maar dat lijkt me razend leuk. Alleen al om de naam. De Sahara van de Tonijnen! Hopelijk komen we een stadsnaambordje tegen, want die moet aan de verzameling worden toegevoegd (via een foto, niet door het hele bord mee te nemen).

Maar eerst moeten we de bult bij Caños de Meca over, naar Barbate. We nemen de asfalt route, en omdat er heel veel pijnbomen naast de weg staan, en vooral omdat die in een Parque Natural staan, is het niet zo erg dat we over asfalt fietsen. We stormen de bult aan de achterkant af en net voordat we Barbate binnen denderen verliest H een moertje van zijn bagagedrager, waardoor het pootje van de bagagedrager tussen de spaken steekt. Dat moet gerepareerd worden, dus trekken we het pootje eerst weer een beetje recht en gaan daarna opzoek naar een fietsenwinkel. Gelukkig heeft bijna elk dorp een fietsenwinkel, of een ijzerwarenzaak, ook Barbate, dus dat probleem is zó opgelost. Omdat het ook is gaan regenen, doen we gelijk ook maar een koffiepauze.

Als het weer droog is fietsen we het dorp weer uit, op weg naar verder. We blijken heerlijk over het strand te kunnen fietsen richting Zahara, dus: beetje lucht uit de banden en gaan maar.
Maar dan! Zahara! Geen naambordje! En het is niet eens zo'n leuk dorp! Wat een deceptie.....

Nou ja, dan maar weer verder. Er blijken nog heel veel kilometers en een aantal wel leuke dorpjes te volgen. Een klein stukje na Atlanterra fietsen we langs een eeuwenoude vuurtoren, de Faro de Camarinal. Daarna wijken we af van de standaardroute van de Transandalus die naar Facinas gaat. Daar zijn weinig overnachtingsmogelijkheden en ik zie ook een beetje op tegen de klim die naar het dorp leidt. We hebben al veel klimmetjes gehad vandaag, en we hebben eigenlijk meer zin in Tarifa. Dat blijkt een goede keuze te zijn: gezellig oud centrum, leuke hotelletjes en leuke restaurantjes.

woensdag 22 september 2010

Chiclana de la Frontera - Los Caños de Meca

Technische details:
Afstand: 42,3 km waarvan 20,3 asfalt, 10,4 onverhard, 11,6 single track (zand)
zonnig, ongeveer 30C, weinig wind
hoogteverschil in meters niet veel (176 m) maar wel constant klimmen en dalen

Mooie rit vandaag: veel dorpjes langs de kust, waarvan sommige hoog boven de rotskust liggen, en sommige direct aan het strand. Elk dorpje en elk strand heeft zijn eigen sfeer en looks: bejaard, naturisten, gezinnen, hippies.
De route gaat over asfalt, hoge kliffen en zand-tracks. Met het oog op een relaxte strandmiddag maken we er een korte fietsdag van en stoppen in Los Caños de Meca, een klein, gemoedelijk, beetje hippie-achtig dorpje. We hebben er het allerleukste hotel: Madre Selva.
Na een cola (alweer!) en serveza duiken we de Atlantische Oceaan in.

dinsdag 21 september 2010

Headbangers Ball

Technische details route Sanlúcar de Barrameda - Chiclana de la Frontera:
afstand: 71,65 km, waarvan 37,76 verhard, 33,89 onverhard
hoogteverschil: 656 m omhoog, 696 omlaag
bijna 8 uur gefietst, zware dag
We beginnen met asfalt. Veel asfalt, maar zonder verkeer, dus eigenlijk is het niet zo erg. In dit gebied staan veel kassen. Het is eigenlijk een beetje het 'Westland' van Spanje, maar dan met veel (kapot- en weggewaaid) plastic in plaats van glas. We rijden ook kilometers langs een irrigatiekanaal. En dat is prettig want zicht op water vind ik altijd prettig. Ook lijkt het of het door het water een beetje koeler is. En er zitten veel vogels. "Kijk C, een witte ibis" zegt H en ik zie inderdaad een witte vogel met lange snavel en lange poten. Ik denk ook dat ik een waterspreeuw zie. Zo'n vogeltje ter grootte van een merel (spreeuw!) dat rond het water scharrelt, bij voorkeur zelfs onder water. Maar ik weet eigenlijk niet zeker of die buiten Noorwegen wel voorkomen. Ik weet ook niet of ibissen in Spanje voorkomen of dat het gewoon een reiger is. Maar het is altijd leuk als je bijna een zeldzaam dier ziet.

Door het hoge asfalt gehalte en het bijna ontbreken van hoogtemeters zitten we vrij snel in Puerto de Santa Maria, een gezellig stadje en bekend om zijn Ribera del Marisco (vis, schaal en schelpdieren boulevard).

Net buiten het stadje ligt een moerasachtig gebiedje, het Los Toruños Metropolitan Park. Ondanks dat het een beetje 'gemaakt' is, is het toch mooi. Veel water, veel vissen, veel bomen en een mtb pad dat daar doorheen slingert. Aan de andere kant van het park ligt Puerto Real, een beetje saai dorpje. Na een snelle cola ("Echt, thuis drink ik nooit cola!" hoor ik mezelf weer roepen) gaan we daarom gauw door naar Chiclana de la Frontera. Het grootste gedeelte van dit traject is onverhard en voert door pijnboombossen en velden met druivenstokken. Mooi, maar ook redelijk zwaar. Voor mijn gevoel gaan we ook alleen nog maar heuvel op, laten mijn benen me daarbij in de steek en klopt er van de GPS en het Road Book niks meer. En het zweet staat op mijn voorhoofd. Retechagerijnig ben ik opeens. Dat alles blijkt het gevolg te zijn van een enorme hongerklap. Gelukkig hadden we taart gekocht in Puerto de Santa Maria. Die prop ik dan ook heel snel naar binnen, samen met alles wat we nog aan eetbare dingen in de tassen bij ons hebben. Mijn humeur trekt langzaam weer bij, net als mijn benen.

Aan het eind van de middag bereiken we Chiclana de la Frontera, een leuk, druk stadje.
Het hotel waar we verblijven, Hostal Villa, blijkt muurtjes van bordkarton te hebben. In de kamer naast ons is iemand met zijn hoofd ritmisch tegen de muur aan het bonken. Of zoiets. Als het stil wordt, ruiken we cigarettenrook..........


maandag 20 september 2010

Matalascañas - Sanlúcar de Barrameda

Maandag 20 september
Technische details:
33,3 km, allemaal over het strand
snoeiharde tegenwind
+- 25C

In het pikkedonker verlaten we Hostal Victoria en zoeken onze weg langs de leegstaande toeristenflats naar het strand. Mijn hoofdlamp doet het niet. Daardoor zie ik ook niet waar het zand ophoudt en waar de zee begint. Een klein beetje eng vind ik het eigenlijk wel, dat je het niet kan zien. Maar dat slaat ook eigenlijk weer nergens op want je merkt het heus wel als je tot je knieen in het water fietst. En bovendien kan ik heel goed zwemmen en vind ik dat ook nog eens heel erg leuk. Ik zwem zelfs heel graag ónder water, op grote diepte. Maar niet met een fiets.

De eerste paar honderd meter zitten we veel te hoog op het strand. Los zand en lopen en sleuren dus. "Als we zó 33 kilometer moeten, dan halen we Sanlúcar niet voor het weer hoog water wordt hoor!" hoor ik mezelf tegen de wind in een beetje zenuwachtig tegen H roepen. Het is 07.00 's ochtends, bijna laag water op-zijn-laagst en we hebben ongeveer 3 uur de tijd om het veerpontje tussen Punta del Malandar en Sanlúcar te halen voordat het weer hoog water is en er geen (hard) strand meer over is. Volgens het Roadbook is 3 uur plenty of time but bear in mind that the ferry from Punta del Malandar stops running at dusk. Remember that if anything should go wrong there is nothing and no one to turn to. The good news is that the prevailing westerly winds are in our favour....

Nou, mooi niet, want er waait een stevige zuid-oostenwind waardoor we niet boven de 11 km per uur uitkomen. (En 33,3 km/11km per uur is wel 3 uur maar dan zonder stoppen, zonder snelheidsverval, zonder pech......) Inmiddels hebben we via een kleine 'binnenzee' het harde gedeelte van het strand gevonden, maar echt opschieten doet het nog niet. Na tig keer stoppen (beetje lucht uit banden laten lopen, shirtje aan want toch wel koud, hee een mooie schelp! beetje lucht bijpompen want toch wel beetje erg zacht) krijgen we eindelijk grip op het zand en de vaart er een beetje in. Langzamerhand begin ik te ontspannen en te genieten. Vogels, wind, zand, zee, H, en verder niets.

Zonder problemen bereiken we het pontje en trekken onze fietsen aan boord. Aan de overkant wacht de beloning: Casa Balbina! De beste tapa's van héél Spanje! Wat, van de hele wereld! We trakteren ons zowel 's middags als 's avonds op heerlijke tapa's. Tortillita de camarones, langostinos en nog veel meer......

zondag 19 september 2010

Moguer - Matalascañas


Zondag 19 september
Technische details Moguer - Matalascañas
243 m hoogte verschil
Afstand: 44,84km, allemaal onverhard
Vandaag gaan we door Parque Nacional de Doñana! Gaaf! Ik heb er zin in!
De route gaat grotendeels over de Via Pecuaría del Camino del Loro. Een Via Pecuaría is een onverhard pad dat vroeger werd gebruikt door veeboeren om het vee over te vervoeren, in die zin dat het vee zichzelf vervoerde want er kwam geen vrachtwagen aan te pas. Het pad slingert door een gebied met heel veel pijnbomen.
Dit is ook het gebied waar de hermandades op pelgrimstocht naar El Rocío gaan: tienduizenden pelgrims, die gekleed in traditionele Andalusische kostuums, te voet, per paard of in een huifkar naar het altaar van de Maagd van Rocío gaan.
Van de Doñana zien we vandaag eigenlijk alleen maar een klein randje, het gedeelte met de pijnbomen. Morgen zullen we een stuk over het strand van het nationaal park gaan. Maar ik zou graag een keer verder het gebied in willen gaan, op zoek naar flamingo's en de Iberische lynx. Reden genoeg om nog een keer terug te komen.
Als de route ons uit het bos bijna het strand op laat rijden, zoeken we in Torre la Higuera een leuk restaurantje op voor de lunch. Het is zondag, dus er wordt druk gelunched, gezellig! En in Matalascañas gaan we op zoek naar een leuke hostal. Raar dorp is dat trouwens. Het is in sectoren gebouwd, sector A tot P ofzo, met een onderverdeling in percelen. Ik krijg het gevoel naar een sovchoz te moeten gaan zoeken in plaats van naar een hostal, maar het is er toch niet heel ongezellig. Wel een beetje uitgestorven.

zaterdag 18 september 2010

Calañas - Valverde del Camino - Trigueros

Zaterdag 18 september

Technische details Calañas - Valverde del Camino:
afstand 23 km waarvan 16,3 km verharde en 6,7 km onverhard
426 hoogtemeters te overbruggen


Technische details Valverde del Camino - Trigueros:
afstand 26,63 km, allemaal onverhard
155 hoogtemeters te overbruggen

Technische details Trigueros - Moguer:
afstand 14,9 km waarvan 4,4 verhard, 9,5 onverhard en 1 km single track
vrijwel vlak parcours

Na het ontbijt in Bar Europa (zeer vrouwvriendelijk, en binnen niet roken) fietsen we langs de voormalige wasplaats Calañas uit. Het is heel erg mistig zodat mijn zonnebril direct en compleet beslaat en ik niets meer zie. Ik begrijp eigenlijk niet waarom ik hem heb opgezet want we fietsen gewoon door de laaghangende wolken heen. Geen zon te zien.

Het eerste deel van het traject van vandaag gaat over een onverhard bospad, hobbeldeboddel, soms stijgend, soms dalend, pijnbomen en eucalyptusbomen links en rechts. De mist dempt alle geluid waardoor er een beetje 'het heeft zojuist gesneeuwd sfeer' hangt, terwijl het toch ruim 20C is. Boven, op een heuveltje, opent de bewolking zich en doemt beneden ons een meertje op. Watervogels drijven relaxed een beetje heen en weer.

Het bospad slingert zich weer naar beneden tot we op de asfaltweg komen naar Sotiel-Coronada, een klein mijnwerkersdorpje. Daar is verder niet zo veel, en we hebben ook nog geen zin in een café-con-leche-pauze dus fietsen we door, richting Valverde del Camino. Maar daar moeten we wel aardig voor klimmen. Helaas over asfalt en dat betekent auto's. Gelukkig is de weg niet druk, is er een brede vluchtstrook en halen de auto's ons heel rustig en met een enorme bocht in. Behalve auto's van het type Seat Leon. Die scheuren rakelings langs ons heen. Vooral de rode, die zijn het ergst.

Valverde del Camino is leuk, heeft een pleintje en barretjes. En het is zaterdag dus wordt er getrouwd. En dat is dan weer heel duidelijk te zien, iedereen is namelijk enorm opgedofd. Er hangt een heel gezellige sfeer op het dorpsplein dus daarom nu wél tijd voor een café-con-leche-pauze. Met een heerlijke tostada met rauwe ham en tomatenpuree en olijfolie. En een Cola Cao (=geen cola maar warme chocomel).


Na Valverde volgt de makkelijkste route van de Huelva provincie, namelijk de Via Verde de los Molinos, een in onbruik geraakte spoorlijn die is omgebouwd tot (grotendeels) onverhard fiets- en wandelpad. De mist heeft ondertussen plaatsgemaakt voor de zon en de heuvels hebben plaatsgemaakt voor vlakker land. We leggen de 26,63 km naar Trigueros in recordtempo af en fietsen zó het volgende terras op. Ook in Trigueros is het zaterdag, gezellig, wordt er getrouwd en ziet iedereen er feestelijk uit. Tijd voor een gazpacho-pauze.

Met het oog op de etappe van morgen (aardig wat kilometers een 'must' om te halen in verband met de strandetappe van overmorgen) besluiten we nu alvast wat meer kilometers te maken. We rijden daarom door naar Moguer. Het is nog steeds zaterdag, ook hier wordt getrouwd maar de sfeer is totaal anders. Opgefokt, macho en een tikkeltje ordi. En in de avonddienst van de kerk wordt gitaar gespeeld.
Hotel Plaza Escribano is daarom een onverwachte meevaller. Heerlijk Hotel. Ook hier mogen de fietsen zonder probleem over het witte marmer naar binnen en in de sjieke hal overnachten.

vrijdag 17 september 2010

Cortegana - Calañas










Vrijdag 17 september
We zitten vast in Cortegana.
Meer specifiek: we zitten vast in een geschutspoort van een kasteel in Cortegana.
In Cortegana: omdat gisteravond bleek dat er geen slaapplaats was in Aroche, de volgende etappeplaats. Het Transandalus RoadBook had daar al voor gewaarschuwd, dus hadden we alle slaapmogelijkheden nagebeld, maar zonder succes. Jammer maar niet onoverkomelijk, want net buiten Cortegana is een klein stationnetje en de trein die daar langskomt brengt ons vanavond naar Calañas, de eindplaats van de etappe waar we waren aangekomen als we wel via Aroche waren gefietst.
In een geschutspoort van het kasteel van Cortegana: omdat we het kasteel bezoeken, we hebben immers een dagje vrij. Bij aankomst lijkt het kasteel nog niet geopend voor bezoekers. Ondertussen is de lucht flink dichtgetrokken. Kwa daglicht wordt het, zeg maar, avond. De bliksemflitsen die de bergen noordwestelijk van ons teisteren komen nu heel snel dichterbij en voor we het weten zit de berg waarop het kasteel staat, en wij dus ook, midden in de onweersbui.
Er zit niets anders op dan weg te kruipen in de geschutspoorten. Daar zitten we droog, terwijl ondertussen de hel losbreekt boven ons. Er komt een ongeloofelijke hoeveelheid water naar beneden en het houdt niet op met bliksemen en donderen.Hopelijk zitten we er ook veilig, want we kunnen nergens anders heen. De bliksem wordt steeds sneller gevolgd door de donder, tot die ene slag waarbij bliksem en donder één zijn. Het doet pijn aan mijn oren en ogen en het spannende gevoel van "sohee, moet je die donkere wolken zien" maken plaats voor de gedachte "had ik mijn testament nou nog maar aangepast voor de vakantie " .
Zitten we hier wel goed? Moeten we gehurkt blijven? Knieen wel of niet tegen elkaar? GSM uitzetten?
Het onweer lijkt een keer of twee, drie weg te trekken, maar telkens als we de geschutspoorten uit willen kruipen (dat gaat niet snel als je anderhalf uur gehurkt hebt gezeten) dringen nieuwe flitsen ons terug.
Later, als het onweer definitief weg is getrokken werpen we snel nog even een blik in het kasteel , wat toch open blijkt te zijn(!). We horen van de gids aldaar dat de bliksem is ingeslagen. Ze heeft daar anderhalf uur lang in haar eentje in het donker gezeten.
Met nieuwe inzichten over het leven en onszelf, en in de hoop dat het elektrisch veld van het onweer me met nieuwe gaven, zoals enorme creativiteit, heeft toebedeeld, fietsen we rustig naar het stationnetje toe.
Later die dag, in een tapasbar in Calañas, lezen we in de krant dat voor vandaag alarmfase oranje voor onweer en regenbuien was afgegeven. Iedereen werd gewaarschuwd ramen en deuren dicht te houden en niet de weg op te gaan als het niet nodig was.

donderdag 16 september 2010

Fuenteheridos - Jabugo - Cortegana


Donderdag 16 september
Route Fuenteheridos - Jabugo-Cortegana
Technische details:
hoogteverschil: 734m stijgen, 480m dalen
afstand: 27,91 km waarvan 3,5 verhard, 12,66 km onverhard en 11,75 km single track
af en toe beetje bewolkt, 's ochtends iets minder warm, 's middags weer heel warm
We verlaten Fuenteheridos nadat we de bidons gevuld hebben met water uit drie van de twaalf spuiten van de bron. De mevrouw achter de bar in het dorp zei dat het drinkwater was. Dat het zelfs héél goed drinkwater was. Tenminste, dat is denk ik wat ze zei.
Het eerste deel van de route gaat over een mooi onverhard bospad. Links en rechts staan weer kurkeiken en olijfbomen. Als er iets kraakt in de begroeing denken we een wild varken te zien, in ieder geval te horen,maar het blijkt een hardloper te zijn. De weg maakt nog wat gemene klimmetjes en via een mégastijle afdaling rijden we heel voorzichtig Galaroza binnen. Ik verbaas me er steeds weer over dat mijn remmen het allemaal aankunnen.
Galaroza (ja, pueblo blanco) is erg leuk, heeft ook een bron met twaalf spuiten en een bar met wc waar ik dankbaar gebruik van maak (toch niet zo drinkbaar, dat bronwater?) (of was het één van de tapa's van de avond ervoor?) (wel iets met veel knoflook in ieder geval). De mevrouw die na mij het hokje ingaat, blijft angstwekkend lang weg. Net op het moment dat ik met H overleg of ik maar eens poolshoogte moet gaan nemen, komt ze het hokje weer uit. Beetje groen, dat wel.
Vanuit Galaroza volgen we een wandelpad naar Jabugo, de Sendero del Jabuguillo. Het pad slingert prachtig door het bos, klimt rustig aan omhoog, beekje beneden ons, prachtig! Af en toe stoppen we bij een vijgenboom om wilde vijgen te plukken. (Vijgen! Dat kan het ook geweest zijn!) Jabugo is wel wit maar verder niet zo veel aan, dus daar stoppen we alleen om wat proviand in te slaan. We 'fietsen' verder via een verlaten wandelpad dat overwoekerd is met braamstruiken. De beschrijving spreekt van "... a tricky surface - but through really beautiful countryside". Beide is waar, maar doet wel pijn. In Los Romeros eten we daarom ons brood op en checken we armen, benen en banden op bramendoornen.
Na Los Romeros gaat de route verder over een oud romeins pad. (Als die romeinen eens hadden geweten dat hier eeuwen later mountainbikers over zouden fietsen!) Het pad is prachtig maar moeilijk te begaan vanwege de enorme keien. Aan het einde komen we via een uit drie huizen bestaand gehucht bij een verharde weg uit. Nu nog maar een klein stukje naar Cortegana, en de beschrijving belooft ons dat dat downhil is. Heerlijk, lekker naar beneden stormen! Ik zie het helemaal weer zitten. Maar de beschrijving weet niet altijd het verschil tussen downhil en uphil, en ascending en decending....

woensdag 15 september 2010

Corteconcepcion - Aracena - Fuenteheridos

Woensdag 15 september
Technische details route Corteconcepcion - Aracena:
16,44 km waarvan 0 asfalt, en veel stijgen en dalen
zonnig, ongeveer 35 C

Bij het wegrijden uit Corteconcepcion snap ik wat er bij de vorige etappe bedoeld werd met "2% niet te fietsen". Het stuk van Corteconcepcion naar Aracena hoort namelijk eigenlijk bij de etappe van gisteren en voert over een oude camino. In de beschrijving van dat gedeelte staat: "...follow the signs to the old camino towards Aracena. The climb along the stone-surfaced track between stone walls is a bit of a test of stamina and technique...." Dat is zacht uitgedrukt. Ik moet bijna het hele stuk lopen en dus sjouwen met de fiets (met tassen). Mijn humeur daalt bij elke meter die ik klim, maar dat trekt snel weer bij in Aracena (jawel, weer een pueblo blanco) als we op een terrasje zitten. Aracena heeft een mooi kasteel, maar dat ligt heel hoog, en het terrasje ligt heel laag, en we hebben nog moeie benen van gisteren, en we 'moeten' nog een heel stuk vandaag..... We laten het plan, om het kasteel te bezoeken, dus snel varen.

Na Aracena gaat de weg verder door bos met kurkeiken en olijven. Eerst lekker naar beneden, maar het lijkt of je daar altijd voor gestraft wordt want daarna volgt weer een stevige klim. En alles onverhard. Soms is het pad zo smal dat je met fiets en zijtassen verstrikt raakt in de dichte begroeing en dus nog langzamer vooruitkomt dan al het geval was.

In Los Molines stoppen we bij het dorpsplein en smeren we een broodje. Het begint een klein beetje te bewolken, waardoor het een beetje minder warm wordt. Best wel lekker dus.

Na Los Marines volgt weer een stevige klim, een enorme afdaling, weer een stevige klim en via een voetbalveld staan we opeens in Fuenteheridos. Dat blijkt een heel gezellig dorpje te zijn, beroemd vanwege zijn bron met twaalf stralen. Omdat ze er ook veel cola en bier hebben, en veel tapas, en vooral omdat we geen zin hebben om verder te fietsen, besluiten we dat we voor vandaag genoeg hebben gefietst.

dinsdag 14 september 2010

Almadén - Santa Olalla del Cala - Corteconcepcion

Dinsdag 14 september
Almadén de la Plata - Santa Olalla del Cala
Technische details:
17,1 km, allemaal over asfalt
te maken hoogtemeters: 344 m
zonnig, geen wind, onbewolkt, frisse start

Om 08.00, als we de tassen op de fietsen hangen, is het nog donker. We gaan eerst ontbijten in een bar en dan richting Santa Olalla del Cala, voor vandaag het eerste gedeelte van de tocht. Het ontbijt bestaat uit café con leche, tostada (geroosterde boterham) met boter en honing en een verse zumo de naranja (verse jus d'orange). Zo zal het ontbijt er de volgende dagen ook uitzien. Ook hier staat de tv weer keihard aan en wordt er binnen fanatiek gerookt. Altijd lekker zo 's ochtends vroeg.

Inmiddels is het licht en verlaten we via gloednieuw asfalt Almadén. Rustig stijgend en dalend, geen verkeer, goed te doen. Links en rechts prachtige vergezichten over uitgestrekte velden met hier en daar een olijfboom, mooi ochtendlicht. Na 7 kilometer, als we de brug over de Rivera de Cala over gaan, verlaten we de provincie Sevilla en rijden we die van Huelva binnen. Daar merken we verder overigens vrij weinig van. Tegen koffietijd rijden we Santa Ollala binnen. Tot zover niets aan de hand.



Santa Olalla del Cala - Corteconcepcion
Technische details:
34,3 km waarvan 21,1 km over verharde weg (asfalt met brokken en gaten), 18 km over onverharde weg en 1,2 km single track.
Van het te fietsen gedeelte is volgens het Roadbook 2% niet te fietsen. Ik ben benieuwd wat dat betekent.
totale afstand 51,4 km

Santa Olalla is net als de meeste dorpen die we op de Transandalus aandoen een 'pueblo blanco', een wit dorp. Kleine witte huisjes die kriskras doorelkaar tegen een berg aangeplakt zijn. Hier en daar een barretje met rokende mannen, en soms zitten er wat mensen op de grond voor hun voordeur. Santa Olalla is redelijk levendig, niet bijzonder authentiek, maar zeker niet onaangenaam.

We doen even een café con leche en rijden daarna het dorp uit via de Camino de la Sarna. Een Camino is een onverhard wandelpad, dus: grind, stenen, gaten etc. Maar het is een prachtig pad, eerst rijden we tussen muurtjes die links en rechts het terrein van de cortijo's aangeven. Later is er alleen nog maar een uitgestrekte, grote, eenzame vlakte.

De kadastrale grenzen van de cortijo's zijn anders dan we in Nederland gewend zijn: in Nederland is er meestal een weg met links daarvan een boerderij en dan een stukje verder weer rechts van de weg een boerderij. In Spanje liggen alle landgoederen in de breedte achter elkaar. De camino loopt dus over de grond van de verschillende landgoederen en we moeten dan ook steeds door een hek om op een ander landgoed te komen. Soms moeten we de koeien opzij duwen om erlangs te kunnen. Ondanks hun grote horens maken ze geen gevaarlijke indruk; de woest blaffende (en loslopende!) honden daarentegen wel. Maar we zijn voorbereid: we hebben een stok die dienst doet als koeienprikker en hondenverjager en we hebben een paar stenen in onze shirts om in geval van nood tegen valse honden aan te gooien. Gelukkig is het niet nodig. Er komen wel wat blaffende honden op ons afgerend, maar die blijven op afstand en kijken ons vanuit de schaduw van een kurkeik alleen maar na, blij met wat bewegende beelden.





Na de hoogvlakte volgt een stuk over asfalt. Dat is bijna niet te doen. De temperatuur is namelijk weer flink opgelopen, tot minstens 37C. En het beetje wind dat er waait doet denken aan het gevoel dat je overvalt als je klep van de oven opendoet en de functie 'hete lucht' ingeschakeld is: enorme hitte, een licht schrik effect en het gevoel van smeltende contactlenzen, ondanks een zonnebril. Al zwalkend zoeken we een streepje schaduw waar we kunnen uitrusten en een broodje eten. De chorizo zwemt ons tegemoet uit de tas.
Na een korte pauze stijgen en dalen we af naar de Aracena Dam. Daar zou een 'recreation area' moeten zijn, en ik verheug me op een ijskoude cola. Dat betekent dat het héél erg met me gesteld is, want ik drink nooit cola. (Dat zou één van de vele one-liners van de vakantie worden!) Het dichte hek, een verlaten en ingestort gebouw en half afgebroken picnicktafels doen onze hoop op cola en koud water uitéénspatten en een licht gevoel van paniek maakt zich van ons meester, nou ja in ieder geval van mij. We hebben namelijk in totaal nog twee bidons met warm water en een 'great climb' voor ons, 300 meter hoogteverschil over 10 km. Dat is niet héél stijl maar wel lang.
We besluiten om hier toch maar een pauze te nemen en de ergste hitte af te wachten. Ik probeer de sms-hulpdienst in te schakelen voor psychische back-up, maar als er geen CocaCola vending machine is, is er natuurlijk ook geen gsm dekking. Bah, hoe moet ik mijn ellende nu delen met H,L en M? Meestal knap ik namelijk direct op van de grappige reacties die ik krijg. Na een uurtje doezelen stellen we een aanvalsplan van de berg op: rustig fietsen, eigen tempo en om de kilometer even een drinkpauze. Het bleek een prima plan.

Boven, in Puerto Moral is er een fonteintje met drinkwater waar we dankbaar gebruik van maken. En een dorpje verder, in Corteconcepcion, vinden we een prima slaapplaats in de enige hostal die er is. De fietsen mogen in de keuken overnachten.


maandag 13 september 2010

Cazalla de la Sierra - Almadén de Plata

Maandag 13 september
Cazalla de la Sierra - Almadén de Plata, technische details:
44,46 km, waarvan 15,9 km verharde weg (= asfalt met brokken) en 30,56 km onverharde weg
745 m hoogteverschil
onbewolkt, geen wind, +- 40 C

De route voert ons Cazalla uit, de natuur in. We fietsen over een onverhard pad door een natuurgebied met veel pijnbomen. Af en toe passeren we een cortijo (soort boerderij) met grote kuddes koeien. Er zijn ook waterpoelen langs het pad die als drinkplaats voor de koeien fungeren. Af en toe duikt hierin een schildpad op.

De route leidt ons geleidelijk naar een top waarna we 6 kilometer lang naar beneden suizen. Prachtige uitzichten! Mooie heldergroene kleuren door de pijnbomen, en diep beneden ons het blauw van het stuwmeer. We moeten flink bijremmen om niet de bocht uit te schieten.
Beneden, aan de rand van het stuwmeer, smeren we een broodje. In de zon zitten is geen optie want het is bijna 40C. Na de pauze begint een serieuze klim van bijna 17 kilometer lang. De klim is niet heel stijl maar de hitte maakt het extra zwaar. Een passerende boer vraagt vanuit zijn pick-up of we wel genoeg water bij ons hebben. Af en toe steken we een riviertje over.



Almadén is een klein dorpje dat op één van de routes naar Santiago de Compostella ligt. We ontmoeten dan ook wat pelgrims in een van de twee barretjes. We slapen en eten in Casa Concha (goed!). Een typische Spaanse hostal: bar met tapa's, enorm groot televisiescherm dat uiteraard keihard aanstaat (voetbal of het weerbericht) en wat rokende mannen die, aan het stemvolume af te leiden, ruzie lijken te hebben maar die gewoon gezellig aan het praten zijn. Met wie precies is meestal niet duidelijk.

zondag 12 september 2010

Cazalla de la Sierra

Zondag 12 september

We stappen uit de trein en maken onze fietsen gereed op het Estacion de Cazalla y Constantina. Het is werkelijk bloedheet. Het 'station' ziet eruit of het midden in het wilde westen ligt. Enkelspoor, kleine bouwval als winkeltje maar wel met een enorm waterreservoir. Verder geen echte weg ernaar toe maar een hobbeldebobbelpad.

Het is een kilometer of 5 à 7 (later blijkt 9, zie route) naar onze overnachtingsplaats. Normaal een ritje van niks (want over het asfalt) maar nu toch best wel pittig (want 37 C en stijgend). De paar auto's die ons inhalen doen dat héél rustig en met een enorme bocht. Erg prettig. En ze moedigen ons ook nog aan.

Het hotel, La Posada del Moro, is heel sfeervol. Helaas is het restaurant niet open, want 'Tante' is weg, 'buiten' voorzover ik het megasnelle en aanelkaargeknoopte Andalusies waarin ze geen 's' uitspreken, begrijp. Het is de mevrouw van het hotel, die waarschijnlijk de nicht van tante is, niet duidelijk wanneer 'Tante' terugkomt.
Tante is blijkbaar de kok.

Triana Backpackers

Zaterdag 11 september

De eerste nacht in Spanje was erg luidruchtig. Maar ja, dan moet je ook maar niet in een backpackers hotel kruipen. Het leuke ervan is dat we `s ochtends met alle backpackers aan het ontbijt zitten. Zelf brood roosteren en koffie maken, dat dan weer wel.

De route van vandaag is: de kathedraal van Sevilla, daarna met de fiets (in de trein) van Sevilla naar Cazalla de la Sierra. Het is maar 5 kilometer van het station van Cazalla naar het hotel, maar wel alle vijf stijgend.
Morgen gaat de fietstocht echt beginnen.

Dit was de route naar Triana Backpackers in Sevilla.