Technische details:
afstand: 40,1 km
hoogteverschil: 885 m
verharde weg: 35%
onverharde weg: 65%
fysieke moeilijkheidsgraad: middel tot zwaar
Vandaag gaan we van Jiména de la Frontera naar El Colmenar. Het is droog, zonnig maar nog wel fris. Het voorjaar is een mooi seizoen om te fietsen, want dan is het nog niet te warm maar het weer is wel onstabiel. Regen- en onweersbuien komen veel voor. Het voordeel is wel dat alles in bloei staat, en frisgroen is. (Het nadeel is, dat er héél veel en héél grote plassen zijn, en erg veel modder waardoor fietsen soms onmogelijk is.)
In Jiména hebben we in een erg leuk Hostal gelogeerd, Hostal El Anón. Het bestaat uit vijf huizen, en heeft een barretje en restaurant. Binnen is het een soort kashba, allemaal kruipdoor-sluipdoor gangetjes. Héél sfeervol. Jiména zelf is ook een mooie 'pueblo blanco' (wit dorp), waar de tijd stil heeft gestaan. Boeren die op het paard terug komen van het land, begeleid door hun hond, horen bij het straatbeeld.
Na een stop bij de camping waar we de fietsen van de ergste modder hebben ontdaan en weer draaiend hebben gekregen, fietsen we door de vallei van de Rio Hozgarganta. Het eerste gedeelte is geasfalteerd maar de klim van 16% maakt het toch zwaar. Na 14 km verlaten we het asfalt en beginnen we aan de lange steile onverharde klim door het nationale park Los Alcornocales, naar de Carrera del Caballo. Het is heel zwaar en ik moet regelmatig afstappen omdat ik zó weinig snelheid heb dat ik dreig om te vallen, maar de natuur maakt veel goed. Er cirkelen gieren boven ons, koeien lopen los, de bermen zijn begroeid met prachtige wilde bloemen en overal om ons heen staan kurk- en steeneiken.
Na de klim volgt de beloning: een afdaling van ruim 16 kilometer! We zijn inmiddels aan de andere kant van de berg en de begroeiing is hier anders. Veel meer naaldbomen en zand ondergrond. Ruim een uur later fietsen we El Colmenar binnen. Wat we vreesden blijkt waar, het enige hotel dat er is, is dicht, en al heel lang zo te zien. Maar gelukkig is Casa Rural Ahora geopend. En zo zitten we nu, moe maar voldaan, tussen de kippen en de sinaasappelbomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten