Maar het eiland maakt alles weer goed. Er loopt een mooi onverhard fietspad langs de oostkant. Links ervan liggen vele watertjes waarin allerlei watervogels aan het fourageren zijn, ook weer witte minireigers en vogels met kromme snavels. Rechts ervan ligt een dijk met hier en daar een doorkijkje naar zee. Je mag zelf oesters en andere schaaldieren bij elkaar scharrelen op het wad, het zogenaamde pêche à pied, als je maar niet meer mee neemt dan is toegestaan. Daarover staan bordjes onder aan de dijk met afbeeldingen van de schelpen en maximale aantallen en kilo's.
Bij de eilandkant van de Passage du Gois staan al wat campers te wachten op laag water.
Via moerasgebieden, waar zout wordt gewonnen (Noirmoutier is bekend om aardappels, oesters en zout, het 'fleur de sel') komen we bij de noorkant van het eiland, in Viel, een leuk, klein dorpje met witte huizen met blauwe luiken. Gelukkig is er ook een leuk cafeetje met terras.
Via een bosgebied aan de noorkant willen we terug naar de zuidkant fietsen, maar we stuiten op een kanaal en moeten daar langs om aan de overkant te komen. Langs het kanaal ligt een prachtig weggetje met gloednieuw asfalt. Een heel rustig weggetje ook, er rijdt niemand. Aan het eind van de weg begrijpen we waarom, het is afgesloten met een metershoog hek. L'histoire se répète....... behalve dan dat hier geen bord stond over een afsluiting en werkzaamheden of iets dergelijks. We gaan dus ook niet terug. In plaats daarvan demonteren we het hek en gaan er gewoon doorheen. We vervolgen onze weg weer door het moerasgebied, fietsen weer onderlangs de dijk, en genieten van vogels en bloemen. Op het kleine eiland fietsen we toch nog ruim 65 km.
Als we de fietsen weer op de auto aan het laden zijn, kijk ik naar boven, naar de brug. Ik zie twee fietsers over het afgesloten fietsgedeelte rijden. No Comment.