The pictures tell it all. No further comment needed.
Over mij
- ReizigerC
- Reizen | wandelen | hardlopen | MTB trek- en toertochten | foto's | routes | natuur |lekker eten | werken in het buitenland
maandag 17 juni 2013
Love Valley
The pictures tell it all. No further comment needed.
zondag 16 juni 2013
Mustafapasja - Çavusin
Vroeger woonden in Mustafapasja uitsluitend Grieken en heette het dorpje Sinasos. Maar na de bevolingsuitwisseling van 1924 verdwenen de etnische Grieken en kwamen er Turkse bewoners voor terug. De Griekse invloeden in het dorpje zijn echter nog wel duidelijk aan de huizen in het dorp te zien, zoals de schelpvormige versieringen aan de gevels van de huizen. De in de rotsen uitgehouwen kerkjes in de wijde omgeving zijn allemaal Grieks en hadden vroeger mooie fresco's, maar die zijn beschadigd achtergelaten. Dat zouden de Grieken hebben gedaan bij hun vertrek, zegt de ene variant. De andere variant zegt dat in de islam geen mensen mogen worden afgebeeld, en dat daarom met name de gezichten van de afbeeldingen het hebben moeten ontgelden.
Wij verbleven in The Old Greek House, een prachtig 250 jaar oud Grieks herenhuis met patio en mooie beschilderde plafonds. Heel erg sfeervol, bijzonder vriendelijk personeel en heerlijk eten. Martha Steward was er ook geweest, volgens de foto's aan een van de muren.
Vandaag lopen we naar Çavusin. De route gaat via een dalletje met mooie tufsteenkegels, waar ook weer huizen en duiventillen in zijn uitgehouwen. Na een uur komen we in het eerste dorpje aan, Ortahisar. Duidelijk is dat we meer richting toeristische plaatsen lopen, want de sfeer is hier anders. De prijs van vers geperst sinaasappelsap wordt opeens in euro's aangegeven, en de lokale bevolking negeert ons, terwijl we buiten de dorpjes meestal enthousiast worden toegezwaaid door de landarbeid(st)ers.
We vervolgen onze route en lopen over een grote begraafplaats, en verder over wildpaadjes en soms een onverharde weg. Na een pittig klimmetje komen we op de parkeerplaats bij Red Valley aan. We nemen een blikje cola tegen woekerprijzen en genieten van het prachtige uitzicht over de vallei met rode rotsformaties.
Ondanks dat het hier een meer toeristisch gebied is dan waar we een week geleden begonnen aan de reis, is het dank zij het naseizoen heel erg rustig. In de Red Vally en later ook de Rose Valley komen we maar een paar mensen tegen. Beide valleien zijn sprookjesachtig. Mooie zacht gekleurde rotsen in bijzondere vormen. Daartussen zijn ook hier weer kleine akkertjes met druivenstruiken en fruitbomen.
We verlaten de vallei via een verhard karrenspoor in de richting van Çavusin en in de richting van een grote stofwolk. Als we in de wolk lopen, blijkt het een sliert quad-rijders te zijn die heel erg blij heel veel herrie zitten te maken op vierwielige motortjes. Welkom terug in de bewoonde wereld.
vrijdag 14 juni 2013
Van schedels en schildpadden
Als we na een uur of drie lopen de kloof uit klimmen staan we op de Hoogvlakte van Niemandsland. Hoog en vooral erg leeg, wel met veel stenen en wilde kruiden en rechts voor ons een groepje eikenbomen. Mooie plek voor een picknick want daar is voor het eerst sinds vanochtend 's schaduw.
Als we richting de boompjes lopen komen we twee lokale vrouwen tegen. Met lege frisdrankflessen lopen ze op een grote waterbak af, die daar waarschijnlijk voor het vee is neergezet, en gaan de flessen vullen. We groeten ze met 'Merhaba' waaruit zij afleiden dat wij Turks praten en ze beginnen direct een gesprek. Ik denk dat ze willen weten of wij bij elkaar horen (ja) en of we kinderen hebben (nee, althans niet samen maar H wel een dochter. Maar leg dat maar eens uit in het Turks), en ik begrijp dat de ene vrouw twee kinderen heeft en de andere drie. Na wat heen en weer gegiechel en wat foto's gaan we ieder ons weegs. Medereiziger H geeft ze ons laatste blikje cola mee.
Als we daarna in de schaduw van de eikenboompjes zitten te picknicken komt er uit het niets een herder op ons afgelopen. We groeten elkaar in het Turks en hij gaat bij ons zitten. We bieden hem wat van onze lunch aan, maar dat slaat hij af. Hij begint een heel verhaal in het Turks. Ergens in de woordenstroom herken ik het woord 'çhai' en in combinatie met zijn gebaar naar achter de heuvel begrijp ik dat we worden uitgenodigd voor de thee. Dat slaan we niet af.
Achter de heuvel zitten de twee vrouwen die we zojuist hebben ontmoet samen met nog een herder, 300 koeien en 2 ezeltjes. Er wordt water gekookt op een houtsvuurtje en er wordt een kleed voor ons neergelegd om op te zitten. Met hulp van een pictogrammen boekje en een paar standaardzinnen in het Turks (vooral: 'Anla madim' - ik heb het niet begrepen) hebben we een heel gezellig gesprek. Het zijn twee echtparen, ieder van hen heeft één ezel, en het ene stel heeft 100 koeien onder zijn hoede, het andere stel 200. De ezeltjes blijken voor het vervoer van het eten en de rest van hun bagage te zijn. Medereiziger H legt uit dat hij de pakezel van ons is omdat hij de zware rugzak draagt. Dat vinden ze echt geweldig grappig.
We drinken thee met elkaar en wij brengen onze cake, rozijnen, kaas en abrikozen in.
Maar de tijd verstrijkt en wij moeten zeker nog een paar uur verder lopen om weer in de bewoonde wereld te komen en het eindpunt van vandaag te halen. We nemen afscheid en ik wordt spontaan door de vrouwen gezoend.
Wat een bijzondere ontmoeting! En ik dacht dat we al een topdag hadden omdat we eerder op de ochtend twee keer een levende schildpad hadden gezien en een paar keer koeienschedels......
donderdag 13 juni 2013
Het Paradijs
Irfan zet ons af bij Emek Pansion in
Soganli. Daar worden we begroet door twee puppies. Even later
verschijnen er nog een paar tot er uiteindelijk acht om onze voeten
heen lopen te kwispelen.
In Emek Pansion zijn we te gast bij
Zeynep en haar ouders. We hebben een ruime en bijzonder sfeervolle
grotkamer tot onze beschikking, die vol ligt met tapijten en kilims.
Buiten drinken we thee en laat ik me
afleiden door het jonge hondengrut. Ze blijken verzot op het
klittenband van mijn sandalen. Dan verschijnt moederhond, en alle
puppies rennen op haar af om te drinken. Moederhond, grote schaapherdershond, is net als haar
puppies, bijzonder lief, en wil graag aangehaald worden.
Zeynep neemt me mee naar een nisje in
de rotswand, waar een gordijntje voor hangt. Erachter is een nestje
gemaakt vol met zachte kussen waar een trotse en zorgzame moederpoes
een kitten van vier dagen zoogt. Verder lopen er nog een stuk of drie
katten, en een aantal kippen rond. Het is duidelijk dat deze dieren
het hier goed hebben, ze zijn allemaal goed doorvoed en helemaal niet
schuw.
Zeynep is een goede kok. 's Avonds
krijgen we versgebakken brood, yoghurtsoep, een (hout)ovenschotel met
kip, aardappels en groeten, rijst en een salade van tomaat,
komkommer, ui, bosui en peterselie. Verse pruimen, appelschijfjes met
kaneel en honing en kersen als toetje maken het af.
Ook 's ochtends worden we weer verwend.
Naast de gebruikelijke tomaat, komkommer en olijven is er ook verse
feta, vers gebakken brood, eigengemaakte abrikozenjam, ei uit de
oven, en zelfgemaakte loempiaatjes van filodeeg gevuld met kruiden en
feta.
Het heerlijke eten, de honden, katten en kippen, de stilte en vooral de gastvrijheid en vriendelijkheid van Zeynep en haar ouders maken dat ik hier nooit meer weg wil.
woensdag 12 juni 2013
Ihlara - Soganli
We dalen af in het dorpje naar de kloof
waar de rivier de Melendiz door stroomt, om de tocht van gisteren
voort te zetten. Onderweg komen we langs huisjes waar koeienmest
buiten ligt te drogen. De gedroogde mest wordt gebruikt om de kachel
te stoken waarmee de huiskamer wordt verwarmd en waarop theewater
wordt gekookt.
In de kloof lopen we heerlijk in de
schaduw van knotwilgen. Af en toe komen we lokale bewoners tegen die
op het land aan het werk zijn. Altijd worden we vriendelijk gegroet.
Het pad is soms moeilijk te volgen en het gras en de brandnetels zijn
af en toe manshoog. Maar eigenlijk is het gewoon almaar de rivier
volgen.
Na een paar uur bereiken we het dorpje
Ilisu. Bij het theehuis naast de moskee zitten mannen thee te
drinken. Een ervan spreekt ons in vloeiend Duits aan. Hij heeft een
aantal jaar in Hannover gewoond, en rechten gestudeerd. Hij vertelt
met een grijns dat hij zijn studie niet afgemaakt heeft, wat illegale
klusjes heeft gedaan en 5 jaar in de bak heeft gezeten. Daarna ging
het de goede kant weer met hem uit en nu renteniert hij in Turkije.
We moeten van hem ook echt even de dorps-Hamam van binnen bekijken.
Die heeft geneeskrachtig water.
Na wat soda's uit de dorpswinkel
gedronken te hebben, vervolgen we onze weg. Deze keer over de muur
van een lange irrigatiegoot. Af en toe cirkelen roofvogels boven onze
hoofden, en kruist een hop of slang onze weg.
Als de route ons uit de kloof omhoog
leidt, wordt het pad onduidelijk en moeten we op het kompas onze
richting bepalen. Zonder problemen vinden we de brug waar we moeten
afbuigen en waar we het graspad langs een andere rivier moeten
volgen. Alleen ligt daar een hele grote hond te slapen. Zo een die de
schaapskudde bewaakt tegen wolven. Zo een die je niet wakker wilt
laten schrikken. Gelukkig is zijn baasje ook in de buurt en na wat
gebarentaal van onze kant maakt hij zijn hond wakker en leidt hem van
ons weg. De hond volgt als een mak schaap.
Na 7 uur lopen bereiken we Cardak, waar
Irfan ons in het theehuis zit op te wachten. Irfan brengt ons in zijn
taxi naar Soganli, onze slaapplaats van vandaag.
dinsdag 11 juni 2013
Aksaray - Selima - Ihlara
Irfan brengt ons met zijn taxi naar Selime, het beginpunt van onze eerste wandeldag. Irfan heeft een aantal jaar in Nederland gewoond en spreekt goed Nederlands. Het toeval wil dat hij ook in Leiden heeft gewoond, en hij vraagt ons of de Kopermolen in de Merenwijk nog bestaat. Wat is de wereld toch klein.
In Selime gaan we de Ihlara kloof in. Het is een prachtig mooi dal en we volgen het riviertje de Melediz stroomopwaarts in de schaduw van knotwilgen. Het is er, op de geluiden van kikkers, vogels en stromend water na, doodstil. Geen geluiden van auto's, goederentreinen, vliegtuigen of traumahelikopters. Alleen maar natuur. Af en toe komen we een plaatselijke bewoner tegen die zijn of haar stukje land aan het verbouwen is.
Plotseling verschijnt in tegemoetkomende richting een man op een ezeltje. Als hij vlak voor ons is, houdt hij zijn ezel stil, parkeert deze dwars op het pad en maakt ruimte vóór zich op de rug van de ezel. Dan wijst hij naar mij. "Wat?! Of ik voor hem op de ezel kom zitten? Dacht het niet!" Vervolgens wijst hij naar de grond waar een stapeltje boomschors ligt. Of ik hem dat even wil aanreiken. "Maar natuurlijk!" Met een brede tandeloze lach en een ferme handdruk neemt hij afscheid en rijdt weer weg.
Een stuk verderop vliegt een hop voor ons uit en ook zien we een dobbelsteenslang naast het pad het gras inglijden.
Rond lunchtijd bereiken we Belisirma waar een paar kleine restaurantjes hun terrasjes naast en in de rivier hebben opgetrokken.
Na een heerlijke lunch vervolgen we onze weg langs de rivier. We lopen langs een aantal in de rotsen uitgehouwen Byzantijnse kerkjes. Deze behoorden aan christelijke Grieken toe die hier rond 1920 verjaagd zijn. Hoewel zwaar beschadigd, zijn van sommige grotkerkjes de fresco's wel bewaard gebleven. Vooral de gezichten van de afbeeldingen hebben het moeten ontgelden omdat in de Islam het afbeelden van mensen niet is toegestaan.
Aan het eind van de middag klimmen we de kloof uit en lopen we het dorpje Ihlara in, op zoek naar Pension Bisginler. Op ons balkonnetje genieten we na van deze mooie dag, met uitzicht op de 3286 meter hoge vulkaan Hasan Dagi en op dorpse taferelen. Af en toe komt een lokale bewoonster met koe voorbij, waarschijnlijk onderweg van het land naar huis.
maandag 10 juni 2013
Aksaray
Als we in Aksaray aan het Vilayet, het autoloze plein, uit de taxi stappen met onze rugzakken, valt direct op dat we de enige toeristen zijn. Veel mensen zijn vriendelijk nieuwsgierig en vragen ons in gebroken Engels waar we vandaan komen. Eén Turkse mevrouw begroet ons in 't Nederlands, en vertelt dat zij 40 jaar in Rotterdam heeft gewoond. We worden direct bij haar thuis uitgenodigd op de thee.
Aksaray is een klein provinciestadje met veel bedrijvigheid. Er zijn een paar leuke restaurantjes en terrasjes en een van de bezienswaardigheden is een uit het lood hangende minaret. Als we een schoolmeisje vragen waar we die minaret kunnen vinden, probeert ze het in gebroken Engels uit te leggen en vraagt t voor de zekerheid nog even na aan een paar mannen die op het plein voor een moskee staan. Iedereen wil ons uitleggen hoe we daar het beste naar toe kunnen lopen. In het Turks. En omdat we dat niet begrijpen wil iedereen met ons meelopen. Uiteindelijk vinden we de moskee met de scheve minaret gewoon op eigen kracht.
Ons hotel ligt aan het autoloze plein. We krijgen een kamer aan de achterkant, want ik erg prettig vind, want dat zal een stuk rustiger zijn dan aan de voorkant. Niets blijkt minder waar. 's Avonds hebben zich in de kamer tegenover ons zo te horen een man of vier verzameld die in een luidruchtig gesprek zijn verwikkeld en proberen de tv te overschreeuwen. Een van de mannen lijkt bovendien open tbc te hebben. Hij hoest met veel overtuiging en gevoel voor drama zijn longen er zowat uit.
Na een wat brakke nacht knappen we weer helemaal op van een uitstekend Turks ontbijt: brood, komkommer, tomaten, olijven en geitenkaas.
zaterdag 23 februari 2013
Welkom
Augustus 2012, 6.05 am. De wekker gaat. Yes! Vandaag de eerste werkdag van mijn nieuwe baan. Op de automatische piloot werk ik snel mijn ochtendprogramma af. Muesli, yoghurt, sapje, douchen, tandenpoetsen, aankleden. Ik ben een echt ochtendmens. Zo lang er niet tegen me gepraat wordt.
Huisgenoot H brengt me vandaag weg in zijn auto, op mijn werk staat namelijk een vette company car op me te wachten. Omdat het vakantietijd is en ook nog heel vroeg, is het stil op de snelweg in Luxemburg. Maar misschien is het hier wel altijd zo stil op de weg, het is per slot van rekening maar een klein landje met niet zo heel veel inwoners. De toekomst zal het leren.
Ruim voor 8 uur wordt ik afgezet bij de ingang van het verzamel-kantoorgebouw waarin het bedrijf is gevestigd waar ik ga werken. Ik pak de lift naar de tweede verdieping, waar de receptie zit. Van de eerdere sollicitatie-bezoeken weet ik dat ik daar eerst een badge moet vragen om op de derde verdieping, waar mijn nieuwe werkgever is gehuisvest, naar binnen te kunnen.
Met de badge in mijn hand kijk ik de gang in op de derde verdieping. Donker. Alle deuren achter de toegangsdeur zijn dicht. En op slot. Er is niemand. Ook de deur van mijn kamer is op slot. Terug naar de receptie dus om een sleutel te vragen.
Eenmaal in mijn kamer probeer ik me een beetje te installeren. Ik plaats wat vakliteratuur in de kasten. Aan de muur hangt een kalender uit 2011. Met de maand mei en een foto van een vetplant op de voorkant. Als ik mijn computer wil aanzetten, blijkt dat er geen toetsenbord is. Ook geen harde schijf, want het scherm doet iets met bewegende kleuren en geeft een boodschap dat er geen video input is. Verder niets. Achter het beeldscherm hangen wat losse kabels, in een knoop, blijkbaar nooit gebruikt. Tja, wat zal ik nu eens gaan doen. Ik pak mijn oude studieboek over internationale contracten uit de kast en ga maar wat lezen. En ik eet de stroopwafels op die ik mee had genomen voor de nieuwe collega's.
Na ruim anderhalf uur hoor ik de toegangsdeur in de gang opengaan. Hé, leven! Er komt een vrolijke jonge dame zich aan mij voorstellen. Zij is de Franse stagiaire die hier twee weken geleden begonnen is. En passant meldt ze dat de chef meestal later op de ochtend pas komt, en dat verder alle andere collega's op vakantie zijn.
Even later komt ze weer terug en brengt ze mij een groot pakket. "Zis zeems to be foh you" en ik krijg een notebook overhandigd. Met haar hulp weet ik het ding aan het beeldscherm te koppelen en opeens ben ik weer aangesloten op de buitenwereld. In outlook blijkt er zelfs een welkomstmail voor me te zijn, met wat urls via welke ik onder andere mijn vakantiedagen kan aanvragen en mijn mail kan openen op verre vliegvelden.
Na nog weer wat tijd aan het boek over de internationale contracten te hebben besteed, gaat opeens de telefoon op mijn bureau. Die doet het blijkbaar! Als ik de hoorn opneem, vallen er wat rubberen brokstukken vanaf. Aan de andere kant van de lijn blijkt mijn nieuwe baas te zitten die ergens in een buitenland is. Hij heet me hartelijk welkom en legt uit waar ik in zijn kamer mijn mobiele telefoon en de sleutel van mijn nieuwe auto kan vinden en waar mijn auto ongeveer staat in de parkeergarage onder het gebouw. Omdat ook zijn kamer op slot is ga ik vandaag voor de derde keer naar de receptie op de tweede verdieping. Onder begeleiding mag ik de kamer openmaken en in de kastjes naar mijn autosleutel en mobiele telefoon zoeken.
Nieuwsgierig naar mijn auto loopt ik de autosleutel indrukkend de parkeergarage in. En na een tijdje gaan er ergens knipperlichten aan. Dat zal m dus wel zijn. Gelukkig, een grijze. Dit is al mijn vierde grijze auto op rij. En er zit ook nog benzine in de tank!
Vele uren later, aan het eind van de dag, besluit ik maar naar huis te gaan. In de parkeergarage stap ik in mijn nieuwe auto en schuif de stoel wat heen en weer. Een beetje onwennig, want nog niet gewend aan de afmetingen van de auto, het aangrijpingspunt van de koppeling en de krappe parkeergarage, rijd ik weg, op zoek naar de uitgang. Buiten gekomen moet ik een steile helling op met aan het einde een slagboom. Daar aangekomen wil ik de handrem aantrekken. Mijn rechterhand grijpt echter in de bekerhouder. Bij de tweede poging zit ik in de asbak. Ondertussen zakt de auto langzaam weer terug de helling af en het zweet breekt me uit. Behalve mijn collega's en het toetsenbord, lijkt ook de handrem te ontbreken. Dan maar veel gas, en met gierende banden rij ik onder de open slagboom door.
Het navigatiesysteem spreekt een soort Prins Bernhard-Nederlands. Ondanks dat, vind ik ik toch schadevrij mijn tijdelijke onderkomen in Duitsland. Als ik in de handleiding van de auto blader, blijkt de handrem niet meer zo'n langwerpige stang te zijn, maar een klein knopje naast de versnellingspook.
woensdag 16 januari 2013
Feest
In de zaal staan zo'n 500 witte stoelen
opgesteld aan lange witte tafels. De obers zetten alvast overal
flessen water neer, want dat is wat er gedronken gaat worden. Moeder
en broer van de bruidegom en vader en moeder van de bruid staan bij
de ingang van de zaal om de gasten te begroeten. Daar staan ook twee
nichtjes klaar met eau de cologne om de handen van de gasten te
verfrissen en een grote schaal met chocolaatjes. Rond 7 uur druppelen
de eerste gasten binnen. Het bruidspaar is er dan ook al maar zit
nog in een soort time-out kamer en laat zich voorlopig nog niet aan
de gasten zien.
Rond half 9 zijn de meeste gasten
gearriveerd en komt het bruidspaar binnen, achter een rij
fakkeldragers. Ze worden met veel applaus ontvangen. De dans wordt
door hen geopend op westerse muziek, 'slijpend', wat met een
klassieke bruidsjurk best ingewikkeld is. Daarna gaat de band los met
Turkse muziek.
Het verloop van de avond is er een van
lokale codes. De muziek is Turks, en de dans ook. Soms danst iedereen
met elkaar, schijnbaar, dan weer alleen de nabije familie van de
bruidegom, dan alleen dames, of alleen heren, of een bepaalde groep
familie/collega's/verwanten. Als de Nederlandse gasten mee mogen
dansen, of moeten dansen, komt de moeder van de bruidegom ons heel
charmant halen en knikt ons bemoedigend toe. Of tantes knikken dat we
de vloer op kunnen. Tenminste ik denk dat ze dat bedoelen. En ook
hier is het weer zo dat ons onbeholpen gedrag, zowel wat betreft het
totaal onwetend zijn van de gebruiken, als onze Turkse danskunsten,
geen issue is.
Dan is het tijd om de cadeaus te geven.
De nabije familie geeft het bruidspaar goud en doet de sieraden bij
ze om. De andere gasten gaan vervolgens in een rij staan en geven hun
cadeau, geld, aan 'de omroeper'. Deze neemt het in ontvangst en roept
om wie wat geeft en hoeveel. Daarna wordt er weer meer en veel
gedanst.
Tegen middernacht loopt het feest op
zijn einde en neemt het bruidspaar afscheid. De overgebleven gasten
willen nog met ze op de foto. En hoewel de meeste gasten al weg zijn,
duurt deze fotosessie best nog wel lang. Want iedereen wil met het
paar op de foto en iedereen wil ook met iedereen met het paar op de
foto, in steeds wisselende samenstellingen.
Uiteindelijk vertrekt het paar. De
gasten die over auto's beschikken begeleiden ze, luid toeterend en met de alarmlichten aan, door
nachtelijk Antalya naar het hotel. In het begin kunnen we de stoet
nog enigszins bijhouden. Maar omdat de snelheid waarmee de stoet zich verplaatst, grenst aan die van
een straatrace en we twee stoplichten tegen hebben, verdwijnen de
knipperlichten van onze voorgangers in de donkerte en zijn we ze
kwijt.
Het hele dorp komt eten
Ik schuif aan naast een rijtje vrouwen
die op een boomstam zitten. Er wordt gelijk plaats voor me gemaakt en
iedereen knikt me vriendelijk toe. Iedereen wil ook weer graag met
elkaar op de foto. Ik maak duidelijk dat ik graag wil helpen met
koken, of met het schoonmaken van het kookgerei, maar nee hoor, dat
gaat echt niet gebeuren. Gasten komen om te eten, niet om te werken.
Dan kan ik niets anders doen dan gewoon toekijken en heerlijk, midden
in het hele gebeuren zitten.
Even later wenkt een van de tantes me.
Ik maak eruit op dat het ontbijt klaar staat. Voor de Nederlandse
gasten en het bruidspaar wordt ontbijt geserveerd, de rest van het
dorp eet later met elkaar de bruidsmaaltijd. Overal in het dorp staan
tafeltjes, gedekt met krantenpapier, en overal staan groepjes
stoelen. De vrouwen hebben gekookt, de mannen serveren. En de sfeer
is weer opperbest.
Na het ontbijt vertrekken bruid,
bruidegom, broer van bruidegom en dochter van “big uncle” naar het graf van
vader. Er gaat gebeden worden. H. gaat ondertussen naar de
dorps-kuaför voor een strakke baard. Voor het precisiewerk heeft de kuaför twee handen nodig om niet uit te schieten met het scherpe mes.
dinsdag 15 januari 2013
Henna Ceremonie
"Is het goed als ik wat foto's maak, of wordt dat niet op prijs gesteld?" vraag ik de bruid voorzichtig. "O, dat is wel goed hoor." zegt ze. Ik trek mijn schoenen uit en ga het huis in. Ik kijk in de keuken waar de maaltijd wordt bereid en waar de henna wordt klaargemaakt. Zodra mijn camera wordt ontdekt, wordt er druk met gebarentaal gecommuniceerd. Ik maak er uit op dat foto's geen bezwaar zijn. De moeder van de bruidegom poseert, met een nicht, met een tante, met nog een tante, met een zus, met oma. Iedereen schuift aan, iedereen wil op de foto. Er komen ook steeds meer gasten. Tantes, nichten, neven, ooms, iedereen is familie. En iedereen wil met elkaar op de foto.
De Hollandse gasten worden bijzonder gastvrij ontvangen. Dat wij er anders uitzien en de lokale gebruiken niet kennen, werpt geen enkele drempel op.
Ondertussen wordt de maaltijd voor de gasten bereid en binnen aan een grote tafel opgediend. De houtkachel wordt flink opgestookt en op de achtergrond staat de breedbeeld tv de hele avond keihard aan. Een gedeelte van het lam dat vanmiddag is geslacht wordt opgediend, samen met rijst, salade, brood en soep.
Na het eten wordt de bruid naar een andere kamer geleid en voorbereid op de henna ceremonie. Ze wordt door een van de nichtjes mooi opgemaakt, krijgt een prachtig traditioneel gewaad aan en een sluier over haar hoofd. De hennaparty is een feest waarbij de bruid afscheid neemt van haar oude leven en van haar ouders, de emoties die hiermee eventueel gepaard gaan worden door de sluier aan het zicht onttrokken.
Het paar wordt naar buiten geleid en naast elkaar op een stoel gezet. Alle gasten dansen op traditionele muziek om het paar heen en draaien de schaal met henna boven hun hoofden rond. Daarna worden handen en voeten van de bruid ingesmeerd met henna, voor veel voorspoed en geluk. De henna die over is wordt verdeeld over de handen van de tantes en nichtjes, en in dit geval ook over de handen van de vader van de bruid. Iedereen lacht, danst, is vrolijk en heeft plezier met elkaar.
De moeder van de bruidegom zegt iets in het Turks tegen me. Ik breng mijn handen naar mijn oren en schud nee, waarmee ik duidelijk probeer te maken dat ik het niet begrijp. Zij maakt er echter uit op dat ik doof ben en herhaalt wat ze zegt nog een keer of drie, telkens harder. De laatste keer schreeuwt ze het in mijn rechteroor. De bruid brengt uitkomst en vertaalt dat we morgen voor het ontbijt zijn uitgenodigd.
Als we uren later het dorp verlaten en voorzichtig slalommend tussen de gaten in het wegdek onze weg in het donker proberen te vinden, zijn we er stil van. Van de gastvrijheid waarmee we zijn ontvangen en waarmee we zijn opgenomen, van het hebben van geen vooroordelen, en van het openstaan voor een andere cultuur.
maandag 14 januari 2013
Bruiloft aan Zee
Half vijf. De wekker gaat. Erg vroeg.
Gelukkig is er vannacht geen sneeuw meer bijgevallen en ziet de weg er prima berijdbaar uit. We gaan namelijk naar Antalya, met het vliegtuig vanuit Dusseldorf. En dat is zo'n twee en een half uur rijden vanuit Saarburg. De Estimated Time of Arrival (ETA) die het navigatiesysteem in de auto aangeeft is dan ook geruststellend in relatie tot de vertrektijd van het vliegtuig. Tot Keulen. Daar gaat het namelijk sneeuwen. Heel hard sneeuwen. In combinatie met (inmiddels) veel auto's op de weg lijdt dat tot file. Heel veel file. Het navigatiesysteem wordt nerveus en gaat veel praten en herberekenen en stuurt ons van de snelweg af, ergens een stad in. Dat gaat fout, want we staan direct stil. De herberekende ETA zorgt inmiddels ook bij ons voor enige stress. Het navigatiesysteem berekent de route in relatie tot de file opnieuw en stuurt ons terug de snelweg op. Veel tijd verloren zonder meters gemaakt te hebben. Meer stress. En meer file. We kruipen voort en zien de ETA opschuiven richting vertrektijd van het vliegtuig. Na een tergend langzame tocht door Dusseldorf-Zentrum, want inmiddels ochtendspits, bereiken we een terrein voor langparkeren. Als we zo rond de vertrektijd van onze vlucht bij de bushalte van de shuttlebus staan te wachten, bus net gemist namelijk, stijgt er een vliegtuig op. Ons vliegtuig waarschijnlijk.
Het idee dat we het misschien nog wel nét zouden kunnen halen, heb ik al een tijdje losgelaten. Want dat gaat echt helemaal niet meer lukken. Hopelijk gaan er vandaag nog wel meer vluchten naar Antalya. Of anders morgen. Of anders vanaf een ander vliegveld. Maar Antalya moet het zijn, want de dochter van huisgenoot H gaat daar trouwen.
Maar in de shuttlebus blijkt, als ik toch even check of er vertragingen zijn, onze vlucht inmiddels tóch vertraagd te zijn. Hoera! Blij met een vertraagde vlucht! Niet veel vertraging, maar misschien net genoeg om het nog te halen. We scheuren dan ook met bagagekar door de vertrekhal op zoek naar de incheckbalie. En ja hoor, we kunnen nog mee! We moeten wel rennen om op tijd te zijn voor het boarden, maar who cares.
Opgelucht tonen we onze boarding passes. Stoelen 32 B en C. Al schuifelend zoeken we rij 32. We komen steeds meer in de staart van het vliegtuig. Hé dat is raar! De rijen eindigen bij 31! Wat nu?! De steward loodst ons, zelf ook enigszins verbaasd, naar de opklapstewardessstoel. Achterstevoren zittend staar ik naar de deurtjes en klepjes waarachter de diepvriesmaaltijden zitten. Ondertussen melden zich ook passagiers 32 A, E,F en G. Het wordt krap in de pantry en de tijd verstrijkt. En er gaan geruchten rond van een overboekte vlucht, maar sterke kerel die ons het vliegtuig uitkrijgt, nu we er eenmaal inzitten. Ik stel me dan ook in op een vlucht achterstevoren, en bij het starten met het gezicht naar beneden, maar het valt mee. De engel die eerder ook al op onze schouder zat, heeft ons nog niet verlaten.
Er blijken toch nog echte stoelen beschikbaar.
Gelukkig is er vannacht geen sneeuw meer bijgevallen en ziet de weg er prima berijdbaar uit. We gaan namelijk naar Antalya, met het vliegtuig vanuit Dusseldorf. En dat is zo'n twee en een half uur rijden vanuit Saarburg. De Estimated Time of Arrival (ETA) die het navigatiesysteem in de auto aangeeft is dan ook geruststellend in relatie tot de vertrektijd van het vliegtuig. Tot Keulen. Daar gaat het namelijk sneeuwen. Heel hard sneeuwen. In combinatie met (inmiddels) veel auto's op de weg lijdt dat tot file. Heel veel file. Het navigatiesysteem wordt nerveus en gaat veel praten en herberekenen en stuurt ons van de snelweg af, ergens een stad in. Dat gaat fout, want we staan direct stil. De herberekende ETA zorgt inmiddels ook bij ons voor enige stress. Het navigatiesysteem berekent de route in relatie tot de file opnieuw en stuurt ons terug de snelweg op. Veel tijd verloren zonder meters gemaakt te hebben. Meer stress. En meer file. We kruipen voort en zien de ETA opschuiven richting vertrektijd van het vliegtuig. Na een tergend langzame tocht door Dusseldorf-Zentrum, want inmiddels ochtendspits, bereiken we een terrein voor langparkeren. Als we zo rond de vertrektijd van onze vlucht bij de bushalte van de shuttlebus staan te wachten, bus net gemist namelijk, stijgt er een vliegtuig op. Ons vliegtuig waarschijnlijk.
Het idee dat we het misschien nog wel nét zouden kunnen halen, heb ik al een tijdje losgelaten. Want dat gaat echt helemaal niet meer lukken. Hopelijk gaan er vandaag nog wel meer vluchten naar Antalya. Of anders morgen. Of anders vanaf een ander vliegveld. Maar Antalya moet het zijn, want de dochter van huisgenoot H gaat daar trouwen.
Maar in de shuttlebus blijkt, als ik toch even check of er vertragingen zijn, onze vlucht inmiddels tóch vertraagd te zijn. Hoera! Blij met een vertraagde vlucht! Niet veel vertraging, maar misschien net genoeg om het nog te halen. We scheuren dan ook met bagagekar door de vertrekhal op zoek naar de incheckbalie. En ja hoor, we kunnen nog mee! We moeten wel rennen om op tijd te zijn voor het boarden, maar who cares.
Opgelucht tonen we onze boarding passes. Stoelen 32 B en C. Al schuifelend zoeken we rij 32. We komen steeds meer in de staart van het vliegtuig. Hé dat is raar! De rijen eindigen bij 31! Wat nu?! De steward loodst ons, zelf ook enigszins verbaasd, naar de opklapstewardessstoel. Achterstevoren zittend staar ik naar de deurtjes en klepjes waarachter de diepvriesmaaltijden zitten. Ondertussen melden zich ook passagiers 32 A, E,F en G. Het wordt krap in de pantry en de tijd verstrijkt. En er gaan geruchten rond van een overboekte vlucht, maar sterke kerel die ons het vliegtuig uitkrijgt, nu we er eenmaal inzitten. Ik stel me dan ook in op een vlucht achterstevoren, en bij het starten met het gezicht naar beneden, maar het valt mee. De engel die eerder ook al op onze schouder zat, heeft ons nog niet verlaten.
Er blijken toch nog echte stoelen beschikbaar.
Abonneren op:
Posts (Atom)