Over mij
- ReizigerC
- Reizen | wandelen | hardlopen | MTB trek- en toertochten | foto's | routes | natuur |lekker eten | werken in het buitenland
zondag 28 november 2010
Wintersport (2)
Dan toch maar vragen bij een van de boerderijen. We zijn namelijk op zoek naar Herberg Het Volle Leven, en die moet aan de Oude Willem liggen. Blijkt dat de GPS ons rechtsaf heeft gestuurd, in plaats van linksaf. Ok , stukje terug, de weg over, andere bosweggetje in en dan daar ergens rechts.
In Herberg Het Volle Leven schijn je heel goed te kunnen eten, het Fochteloërveen ligt op een steenworp afstand en vanuit de voordeur loop je zo het Nationaal Park Het Drentse-Friese Wold in.
De beoordelingen op de dinnersites hebben niets teveel gezegd: het eten is echt geweldig! Een puur vegetarische keuken met biologische produkten uit eigen moestuin: soesje met parmezaanse kaas gevuld met tapenade, salade met krokante knolselderij, bladerdeeg envelopje met gerookte mozzarella, radicchio en appel, zelfgemaakte tiramisu..... Allemaal héérlijk! Ook voor vleeseters.
En dat alles in een huiskamersfeer, super!
Na een uitgebreid ontbijt trekken we de wandelschoenen aan en gaan richting het Drents-Friese Wold. Het heeft lekker gevroren vannacht en alles is bedekt met een dun laagje rijp. Via kleine bospaadjes en verschillende vennetjes komen we bij het Aekinger Zand: een groot heideveld met zandduinen. De natuur is prachtig, stil, wit, koud. Op de vacht van de loslopende schapen heeft zich een dun ijslaagje afgezet, maar met die dikke vacht zullen ze er vast geen last van hebben. Ook onder mijn neus zet zich een dun ijslaagje af, wat ik nonchalant probeer weg te snuiten door 1 neusgat dicht te houden. Meestal mislukt dat met als gevolg dat zich op mijn wangen en handschoenen ook een krakende laag afzet.
Het Fochteloërveen, en de mountainbike routes vanuit Diever bewaren we voor een volgende keer. Want dat we hier terugkomen, is zeker.
vrijdag 24 september 2010
Tarifa - Algeciras
totale fietstijd: 6u09
donderdag 23 september 2010
Los Caños de Meca - Tarifa
Afstand: 66,73 km, waarvan ongeveer 9 km over het strand, de rest asfalt
alle stijgende meters bij elkaar opgeteld: 3514 m
alle dalende meters bij elkaar opgeteld: 4049
moeilijkheidsgraad: zwaar!
fietstijd: 8 uur 41 minuten
Vandaag komen we door Zahara de los Atunes! Ik weet niet waarom maar dat lijkt me razend leuk. Alleen al om de naam. De Sahara van de Tonijnen! Hopelijk komen we een stadsnaambordje tegen, want die moet aan de verzameling worden toegevoegd (via een foto, niet door het hele bord mee te nemen).
Maar eerst moeten we de bult bij Caños de Meca over, naar Barbate. We nemen de asfalt route, en omdat er heel veel pijnbomen naast de weg staan, en vooral omdat die in een Parque Natural staan, is het niet zo erg dat we over asfalt fietsen. We stormen de bult aan de achterkant af en net voordat we Barbate binnen denderen verliest H een moertje van zijn bagagedrager, waardoor het pootje van de bagagedrager tussen de spaken steekt. Dat moet gerepareerd worden, dus trekken we het pootje eerst weer een beetje recht en gaan daarna opzoek naar een fietsenwinkel. Gelukkig heeft bijna elk dorp een fietsenwinkel, of een ijzerwarenzaak, ook Barbate, dus dat probleem is zó opgelost. Omdat het ook is gaan regenen, doen we gelijk ook maar een koffiepauze.
Als het weer droog is fietsen we het dorp weer uit, op weg naar verder. We blijken heerlijk over het strand te kunnen fietsen richting Zahara, dus: beetje lucht uit de banden en gaan maar.
Maar dan! Zahara! Geen naambordje! En het is niet eens zo'n leuk dorp! Wat een deceptie.....
Nou ja, dan maar weer verder. Er blijken nog heel veel kilometers en een aantal wel leuke dorpjes te volgen. Een klein stukje na Atlanterra fietsen we langs een eeuwenoude vuurtoren, de Faro de Camarinal. Daarna wijken we af van de standaardroute van de Transandalus die naar Facinas gaat. Daar zijn weinig overnachtingsmogelijkheden en ik zie ook een beetje op tegen de klim die naar het dorp leidt. We hebben al veel klimmetjes gehad vandaag, en we hebben eigenlijk meer zin in Tarifa. Dat blijkt een goede keuze te zijn: gezellig oud centrum, leuke hotelletjes en leuke restaurantjes.
woensdag 22 september 2010
Chiclana de la Frontera - Los Caños de Meca
Afstand: 42,3 km waarvan 20,3 asfalt, 10,4 onverhard, 11,6 single track (zand)
zonnig, ongeveer 30C, weinig wind
hoogteverschil in meters niet veel (176 m) maar wel constant klimmen en dalen
Mooie rit vandaag: veel dorpjes langs de kust, waarvan sommige hoog boven de rotskust liggen, en sommige direct aan het strand. Elk dorpje en elk strand heeft zijn eigen sfeer en looks: bejaard, naturisten, gezinnen, hippies.
De route gaat over asfalt, hoge kliffen en zand-tracks. Met het oog op een relaxte strandmiddag maken we er een korte fietsdag van en stoppen in Los Caños de Meca, een klein, gemoedelijk, beetje hippie-achtig dorpje. We hebben er het allerleukste hotel: Madre Selva.
Na een cola (alweer!) en serveza duiken we de Atlantische Oceaan in.
dinsdag 21 september 2010
Headbangers Ball
maandag 20 september 2010
Matalascañas - Sanlúcar de Barrameda
Technische details:
33,3 km, allemaal over het strand
snoeiharde tegenwind
+- 25C
In het pikkedonker verlaten we Hostal Victoria en zoeken onze weg langs de leegstaande toeristenflats naar het strand. Mijn hoofdlamp doet het niet. Daardoor zie ik ook niet waar het zand ophoudt en waar de zee begint. Een klein beetje eng vind ik het eigenlijk wel, dat je het niet kan zien. Maar dat slaat ook eigenlijk weer nergens op want je merkt het heus wel als je tot je knieen in het water fietst. En bovendien kan ik heel goed zwemmen en vind ik dat ook nog eens heel erg leuk. Ik zwem zelfs heel graag ónder water, op grote diepte. Maar niet met een fiets.
De eerste paar honderd meter zitten we veel te hoog op het strand. Los zand en lopen en sleuren dus. "Als we zó 33 kilometer moeten, dan halen we Sanlúcar niet voor het weer hoog water wordt hoor!" hoor ik mezelf tegen de wind in een beetje zenuwachtig tegen H roepen. Het is 07.00 's ochtends, bijna laag water op-zijn-laagst en we hebben ongeveer 3 uur de tijd om het veerpontje tussen Punta del Malandar en Sanlúcar te halen voordat het weer hoog water is en er geen (hard) strand meer over is. Volgens het Roadbook is 3 uur plenty of time but bear in mind that the ferry from Punta del Malandar stops running at dusk. Remember that if anything should go wrong there is nothing and no one to turn to. The good news is that the prevailing westerly winds are in our favour....
Nou, mooi niet, want er waait een stevige zuid-oostenwind waardoor we niet boven de 11 km per uur uitkomen. (En 33,3 km/11km per uur is wel 3 uur maar dan zonder stoppen, zonder snelheidsverval, zonder pech......) Inmiddels hebben we via een kleine 'binnenzee' het harde gedeelte van het strand gevonden, maar echt opschieten doet het nog niet. Na tig keer stoppen (beetje lucht uit banden laten lopen, shirtje aan want toch wel koud, hee een mooie schelp! beetje lucht bijpompen want toch wel beetje erg zacht) krijgen we eindelijk grip op het zand en de vaart er een beetje in. Langzamerhand begin ik te ontspannen en te genieten. Vogels, wind, zand, zee, H, en verder niets.
Zonder problemen bereiken we het pontje en trekken onze fietsen aan boord. Aan de overkant wacht de beloning: Casa Balbina! De beste tapa's van héél Spanje! Wat, van de hele wereld! We trakteren ons zowel 's middags als 's avonds op heerlijke tapa's. Tortillita de camarones, langostinos en nog veel meer......
zondag 19 september 2010
Moguer - Matalascañas
Zondag 19 september
Technische details Moguer - Matalascañas
243 m hoogte verschil
Afstand: 44,84km, allemaal onverhard
Vandaag gaan we door Parque Nacional de Doñana! Gaaf! Ik heb er zin in!
De route gaat grotendeels over de Via Pecuaría del Camino del Loro. Een Via Pecuaría is een onverhard pad dat vroeger werd gebruikt door veeboeren om het vee over te vervoeren, in die zin dat het vee zichzelf vervoerde want er kwam geen vrachtwagen aan te pas. Het pad slingert door een gebied met heel veel pijnbomen.
Dit is ook het gebied waar de hermandades op pelgrimstocht naar El Rocío gaan: tienduizenden pelgrims, die gekleed in traditionele Andalusische kostuums, te voet, per paard of in een huifkar naar het altaar van de Maagd van Rocío gaan.
Van de Doñana zien we vandaag eigenlijk alleen maar een klein randje, het gedeelte met de pijnbomen. Morgen zullen we een stuk over het strand van het nationaal park gaan. Maar ik zou graag een keer verder het gebied in willen gaan, op zoek naar flamingo's en de Iberische lynx. Reden genoeg om nog een keer terug te komen.
Als de route ons uit het bos bijna het strand op laat rijden, zoeken we in Torre la Higuera een leuk restaurantje op voor de lunch. Het is zondag, dus er wordt druk gelunched, gezellig! En in Matalascañas gaan we op zoek naar een leuke hostal. Raar dorp is dat trouwens. Het is in sectoren gebouwd, sector A tot P ofzo, met een onderverdeling in percelen. Ik krijg het gevoel naar een sovchoz te moeten gaan zoeken in plaats van naar een hostal, maar het is er toch niet heel ongezellig. Wel een beetje uitgestorven.
zaterdag 18 september 2010
Calañas - Valverde del Camino - Trigueros
Technische details Calañas - Valverde del Camino:
afstand 23 km waarvan 16,3 km verharde en 6,7 km onverhard
426 hoogtemeters te overbruggen
Technische details Valverde del Camino - Trigueros:
afstand 26,63 km, allemaal onverhard
155 hoogtemeters te overbruggen
Technische details Trigueros - Moguer:
afstand 14,9 km waarvan 4,4 verhard, 9,5 onverhard en 1 km single track
vrijwel vlak parcours
Na het ontbijt in Bar Europa (zeer vrouwvriendelijk, en binnen niet roken) fietsen we langs de voormalige wasplaats Calañas uit. Het is heel erg mistig zodat mijn zonnebril direct en compleet beslaat en ik niets meer zie. Ik begrijp eigenlijk niet waarom ik hem heb opgezet want we fietsen gewoon door de laaghangende wolken heen. Geen zon te zien.
Het eerste deel van het traject van vandaag gaat over een onverhard bospad, hobbeldeboddel, soms stijgend, soms dalend, pijnbomen en eucalyptusbomen links en rechts. De mist dempt alle geluid waardoor er een beetje 'het heeft zojuist gesneeuwd sfeer' hangt, terwijl het toch ruim 20C is. Boven, op een heuveltje, opent de bewolking zich en doemt beneden ons een meertje op. Watervogels drijven relaxed een beetje heen en weer.
Het bospad slingert zich weer naar beneden tot we op de asfaltweg komen naar Sotiel-Coronada, een klein mijnwerkersdorpje. Daar is verder niet zo veel, en we hebben ook nog geen zin in een café-con-leche-pauze dus fietsen we door, richting Valverde del Camino. Maar daar moeten we wel aardig voor klimmen. Helaas over asfalt en dat betekent auto's. Gelukkig is de weg niet druk, is er een brede vluchtstrook en halen de auto's ons heel rustig en met een enorme bocht in. Behalve auto's van het type Seat Leon. Die scheuren rakelings langs ons heen. Vooral de rode, die zijn het ergst.
Valverde del Camino is leuk, heeft een pleintje en barretjes. En het is zaterdag dus wordt er getrouwd. En dat is dan weer heel duidelijk te zien, iedereen is namelijk enorm opgedofd. Er hangt een heel gezellige sfeer op het dorpsplein dus daarom nu wél tijd voor een café-con-leche-pauze. Met een heerlijke tostada met rauwe ham en tomatenpuree en olijfolie. En een Cola Cao (=geen cola maar warme chocomel).
Na Valverde volgt de makkelijkste route van de Huelva provincie, namelijk de Via Verde de los Molinos, een in onbruik geraakte spoorlijn die is omgebouwd tot (grotendeels) onverhard fiets- en wandelpad. De mist heeft ondertussen plaatsgemaakt voor de zon en de heuvels hebben plaatsgemaakt voor vlakker land. We leggen de 26,63 km naar Trigueros in recordtempo af en fietsen zó het volgende terras op. Ook in Trigueros is het zaterdag, gezellig, wordt er getrouwd en ziet iedereen er feestelijk uit. Tijd voor een gazpacho-pauze.
Met het oog op de etappe van morgen (aardig wat kilometers een 'must' om te halen in verband met de strandetappe van overmorgen) besluiten we nu alvast wat meer kilometers te maken. We rijden daarom door naar Moguer. Het is nog steeds zaterdag, ook hier wordt getrouwd maar de sfeer is totaal anders. Opgefokt, macho en een tikkeltje ordi. En in de avonddienst van de kerk wordt gitaar gespeeld.
Hotel Plaza Escribano is daarom een onverwachte meevaller. Heerlijk Hotel. Ook hier mogen de fietsen zonder probleem over het witte marmer naar binnen en in de sjieke hal overnachten.
vrijdag 17 september 2010
Cortegana - Calañas
Vrijdag 17 september
donderdag 16 september 2010
Fuenteheridos - Jabugo - Cortegana
woensdag 15 september 2010
Corteconcepcion - Aracena - Fuenteheridos
Technische details route Corteconcepcion - Aracena:
16,44 km waarvan 0 asfalt, en veel stijgen en dalen
zonnig, ongeveer 35 C
Bij het wegrijden uit Corteconcepcion snap ik wat er bij de vorige etappe bedoeld werd met "2% niet te fietsen". Het stuk van Corteconcepcion naar Aracena hoort namelijk eigenlijk bij de etappe van gisteren en voert over een oude camino. In de beschrijving van dat gedeelte staat: "...follow the signs to the old camino towards Aracena. The climb along the stone-surfaced track between stone walls is a bit of a test of stamina and technique...." Dat is zacht uitgedrukt. Ik moet bijna het hele stuk lopen en dus sjouwen met de fiets (met tassen). Mijn humeur daalt bij elke meter die ik klim, maar dat trekt snel weer bij in Aracena (jawel, weer een pueblo blanco) als we op een terrasje zitten. Aracena heeft een mooi kasteel, maar dat ligt heel hoog, en het terrasje ligt heel laag, en we hebben nog moeie benen van gisteren, en we 'moeten' nog een heel stuk vandaag..... We laten het plan, om het kasteel te bezoeken, dus snel varen.
Na Aracena gaat de weg verder door bos met kurkeiken en olijven. Eerst lekker naar beneden, maar het lijkt of je daar altijd voor gestraft wordt want daarna volgt weer een stevige klim. En alles onverhard. Soms is het pad zo smal dat je met fiets en zijtassen verstrikt raakt in de dichte begroeing en dus nog langzamer vooruitkomt dan al het geval was.
In Los Molines stoppen we bij het dorpsplein en smeren we een broodje. Het begint een klein beetje te bewolken, waardoor het een beetje minder warm wordt. Best wel lekker dus.
Na Los Marines volgt weer een stevige klim, een enorme afdaling, weer een stevige klim en via een voetbalveld staan we opeens in Fuenteheridos. Dat blijkt een heel gezellig dorpje te zijn, beroemd vanwege zijn bron met twaalf stralen. Omdat ze er ook veel cola en bier hebben, en veel tapas, en vooral omdat we geen zin hebben om verder te fietsen, besluiten we dat we voor vandaag genoeg hebben gefietst.
dinsdag 14 september 2010
Almadén - Santa Olalla del Cala - Corteconcepcion
Almadén de la Plata - Santa Olalla del Cala
Technische details:
17,1 km, allemaal over asfalt
te maken hoogtemeters: 344 m
zonnig, geen wind, onbewolkt, frisse start
Om 08.00, als we de tassen op de fietsen hangen, is het nog donker. We gaan eerst ontbijten in een bar en dan richting Santa Olalla del Cala, voor vandaag het eerste gedeelte van de tocht. Het ontbijt bestaat uit café con leche, tostada (geroosterde boterham) met boter en honing en een verse zumo de naranja (verse jus d'orange). Zo zal het ontbijt er de volgende dagen ook uitzien. Ook hier staat de tv weer keihard aan en wordt er binnen fanatiek gerookt. Altijd lekker zo 's ochtends vroeg.
Inmiddels is het licht en verlaten we via gloednieuw asfalt Almadén. Rustig stijgend en dalend, geen verkeer, goed te doen. Links en rechts prachtige vergezichten over uitgestrekte velden met hier en daar een olijfboom, mooi ochtendlicht. Na 7 kilometer, als we de brug over de Rivera de Cala over gaan, verlaten we de provincie Sevilla en rijden we die van Huelva binnen. Daar merken we verder overigens vrij weinig van. Tegen koffietijd rijden we Santa Ollala binnen. Tot zover niets aan de hand.
Santa Olalla del Cala - Corteconcepcion
Technische details:
34,3 km waarvan 21,1 km over verharde weg (asfalt met brokken en gaten), 18 km over onverharde weg en 1,2 km single track.
Van het te fietsen gedeelte is volgens het Roadbook 2% niet te fietsen. Ik ben benieuwd wat dat betekent.
totale afstand 51,4 km
Santa Olalla is net als de meeste dorpen die we op de Transandalus aandoen een 'pueblo blanco', een wit dorp. Kleine witte huisjes die kriskras doorelkaar tegen een berg aangeplakt zijn. Hier en daar een barretje met rokende mannen, en soms zitten er wat mensen op de grond voor hun voordeur. Santa Olalla is redelijk levendig, niet bijzonder authentiek, maar zeker niet onaangenaam.
We doen even een café con leche en rijden daarna het dorp uit via de Camino de la Sarna. Een Camino is een onverhard wandelpad, dus: grind, stenen, gaten etc. Maar het is een prachtig pad, eerst rijden we tussen muurtjes die links en rechts het terrein van de cortijo's aangeven. Later is er alleen nog maar een uitgestrekte, grote, eenzame vlakte.
De kadastrale grenzen van de cortijo's zijn anders dan we in Nederland gewend zijn: in Nederland is er meestal een weg met links daarvan een boerderij en dan een stukje verder weer rechts van de weg een boerderij. In Spanje liggen alle landgoederen in de breedte achter elkaar. De camino loopt dus over de grond van de verschillende landgoederen en we moeten dan ook steeds door een hek om op een ander landgoed te komen. Soms moeten we de koeien opzij duwen om erlangs te kunnen. Ondanks hun grote horens maken ze geen gevaarlijke indruk; de woest blaffende (en loslopende!) honden daarentegen wel. Maar we zijn voorbereid: we hebben een stok die dienst doet als koeienprikker en hondenverjager en we hebben een paar stenen in onze shirts om in geval van nood tegen valse honden aan te gooien. Gelukkig is het niet nodig. Er komen wel wat blaffende honden op ons afgerend, maar die blijven op afstand en kijken ons vanuit de schaduw van een kurkeik alleen maar na, blij met wat bewegende beelden.
Na de hoogvlakte volgt een stuk over asfalt. Dat is bijna niet te doen. De temperatuur is namelijk weer flink opgelopen, tot minstens 37C. En het beetje wind dat er waait doet denken aan het gevoel dat je overvalt als je klep van de oven opendoet en de functie 'hete lucht' ingeschakeld is: enorme hitte, een licht schrik effect en het gevoel van smeltende contactlenzen, ondanks een zonnebril. Al zwalkend zoeken we een streepje schaduw waar we kunnen uitrusten en een broodje eten. De chorizo zwemt ons tegemoet uit de tas.
Na een korte pauze stijgen en dalen we af naar de Aracena Dam. Daar zou een 'recreation area' moeten zijn, en ik verheug me op een ijskoude cola. Dat betekent dat het héél erg met me gesteld is, want ik drink nooit cola. (Dat zou één van de vele one-liners van de vakantie worden!) Het dichte hek, een verlaten en ingestort gebouw en half afgebroken picnicktafels doen onze hoop op cola en koud water uitéénspatten en een licht gevoel van paniek maakt zich van ons meester, nou ja in ieder geval van mij. We hebben namelijk in totaal nog twee bidons met warm water en een 'great climb' voor ons, 300 meter hoogteverschil over 10 km. Dat is niet héél stijl maar wel lang.
We besluiten om hier toch maar een pauze te nemen en de ergste hitte af te wachten. Ik probeer de sms-hulpdienst in te schakelen voor psychische back-up, maar als er geen CocaCola vending machine is, is er natuurlijk ook geen gsm dekking. Bah, hoe moet ik mijn ellende nu delen met H,L en M? Meestal knap ik namelijk direct op van de grappige reacties die ik krijg. Na een uurtje doezelen stellen we een aanvalsplan van de berg op: rustig fietsen, eigen tempo en om de kilometer even een drinkpauze. Het bleek een prima plan.
Boven, in Puerto Moral is er een fonteintje met drinkwater waar we dankbaar gebruik van maken. En een dorpje verder, in Corteconcepcion, vinden we een prima slaapplaats in de enige hostal die er is. De fietsen mogen in de keuken overnachten.
maandag 13 september 2010
Cazalla de la Sierra - Almadén de Plata
Cazalla de la Sierra - Almadén de Plata, technische details:
44,46 km, waarvan 15,9 km verharde weg (= asfalt met brokken) en 30,56 km onverharde weg
745 m hoogteverschil
onbewolkt, geen wind, +- 40 C
De route voert ons Cazalla uit, de natuur in. We fietsen over een onverhard pad door een natuurgebied met veel pijnbomen. Af en toe passeren we een cortijo (soort boerderij) met grote kuddes koeien. Er zijn ook waterpoelen langs het pad die als drinkplaats voor de koeien fungeren. Af en toe duikt hierin een schildpad op.
De route leidt ons geleidelijk naar een top waarna we 6 kilometer lang naar beneden suizen. Prachtige uitzichten! Mooie heldergroene kleuren door de pijnbomen, en diep beneden ons het blauw van het stuwmeer. We moeten flink bijremmen om niet de bocht uit te schieten.
Beneden, aan de rand van het stuwmeer, smeren we een broodje. In de zon zitten is geen optie want het is bijna 40C. Na de pauze begint een serieuze klim van bijna 17 kilometer lang. De klim is niet heel stijl maar de hitte maakt het extra zwaar. Een passerende boer vraagt vanuit zijn pick-up of we wel genoeg water bij ons hebben. Af en toe steken we een riviertje over.
Almadén is een klein dorpje dat op één van de routes naar Santiago de Compostella ligt. We ontmoeten dan ook wat pelgrims in een van de twee barretjes. We slapen en eten in Casa Concha (goed!). Een typische Spaanse hostal: bar met tapa's, enorm groot televisiescherm dat uiteraard keihard aanstaat (voetbal of het weerbericht) en wat rokende mannen die, aan het stemvolume af te leiden, ruzie lijken te hebben maar die gewoon gezellig aan het praten zijn. Met wie precies is meestal niet duidelijk.
zondag 12 september 2010
Cazalla de la Sierra
Het is een kilometer of 5 à 7 (later blijkt 9, zie route) naar onze overnachtingsplaats. Normaal een ritje van niks (want over het asfalt) maar nu toch best wel pittig (want 37 C en stijgend). De paar auto's die ons inhalen doen dat héél rustig en met een enorme bocht. Erg prettig. En ze moedigen ons ook nog aan.
Triana Backpackers
De eerste nacht in Spanje was erg luidruchtig. Maar ja, dan moet je ook maar niet in een backpackers hotel kruipen. Het leuke ervan is dat we `s ochtends met alle backpackers aan het ontbijt zitten. Zelf brood roosteren en koffie maken, dat dan weer wel.
De route van vandaag is: de kathedraal van Sevilla, daarna met de fiets (in de trein) van Sevilla naar Cazalla de la Sierra. Het is maar 5 kilometer van het station van Cazalla naar het hotel, maar wel alle vijf stijgend.
Morgen gaat de fietstocht echt beginnen.
Dit was de route naar Triana Backpackers in Sevilla.
maandag 30 augustus 2010
Preparaciones
vrijdag 14 mei 2010
Spargel am Himmelfahrt
"Goedemorgen heren, waar gaat de reis naar toe?" vraag H aan de twee senioren die voor ons fietsen. Beide op een randonneur met twee kleine tasjes aan de bagagedrager. "Naar Bregenz, Bodensee", zegt de achterste van de twee. "O ......" hoor ik H zeggen, en dan blijft het even stil.
Wij bevinden ons op een mooi paadje langs de Roer, bij Roermond in de buurt. Ook op de fiets, maar niet onderweg naar Oostenrijk. We zijn gestart in Posterholt, klein dorpje, énorme kerk, in de buurt van Roermond. Het is koud maar gelukkig (nog) droog en windstil. Het terras bij de boerderij met het bordje 'boerengolf' is uitgestorven, maar de boer wil ons best een kopje koffie inschenken. "Zelfs de koeien vinden het te koud" ......denk ik op te maken uit het Limburgs ..... "normaalgesproken gaan ze graag 's ochtends naar buiten, maar nu niet hoor".
De route voert ons door Zuid-Limburg en Duitsland en gaat in het begin langs de Roer (Rur). Bij Luchtenberg verlaten we de rivier en gaan we via een klein stukje verharde weg van het dorp de bossen in van Natuurpark Maas-Schwalm-Nette. Prachtige bossen, pittige klimmetjes, en af en toe een heel buitenlands aandoend dorpje. Bij een piepklein Mariakapelletje, ergens zomaar in het bos, maken we een kleine stop. Er branden heel veel kaarsen binnen.
We zien geen wild onderweg, maar wel een knoert van een "boom"kever, hier en daar wroetplekken van wilde zwijnen, en veel vossensporen. Kunnen ook wolvensporen zijn. Waarschijnlijker is dat het hondensporen zijn, maar dat is niet leuk genoeg.
De route voert ons verder langs de Effelder Waldsee, een kraakhelder bosmeertje, en nog een mooi klein kronkelend riviertje. Via Vlodrop (drop? waarom niet dorp?) komen we plotseling weer in de bewoonde wereld. Er is een soort Hemelvaarts-braderie-markt aan de gang en iedereen loopt rond met een zak asperges.
Na Vlodorp rijden we nog over wat asfalt en over wat bosweggetjes weer richting Posterholt.
Het was een prachtige route.
dinsdag 4 mei 2010
Wintersport
De route gaat over bekend terrein, maar dan andersom: Rockanje, Tinte, Brielle, Rozenburg, pontje naar Maasluis. Maar het weer is ongekend slecht. Veel, heel veel regen. En ook heel veel wind. Op het pontje staan we naast een scooter die ook naar Leiden gaat. Tenminste, er zit een sticker van Huisman Motoren op de kap. Een beetje jaloers ben ik wel, want hij is vast sneller thuis dan wij. Wij moeten zeker nog 3 uur fietsen. Maar hij heeft het vast kouder dan wij omdat hij sneller gaat. In Delft weet ik dat het niet zo is. Niet dat hij niet sneller gaat, maar dat hij het niet kouder heeft dan ik. Ik heb het kouder. Véél kouder. Mijn vingers zijn totaal 'vastgevroren' in stuurstand, schakelen gaat bijna niet meer. Ik krijg mijn handschoenen niet meer zelf uit. En ondanks al mijn high tech ademende en toch waterdichte spullen ben ik gewoon doorweekt. Drijfnat rijden we de stationshal van Delft Centrum binnen waar we droge sokken en shirts uit de tassen vissen. Het zou me niets verbazen als er straks in Opsporing Verzocht beelden van beveiligingscamera's worden uitgezonden van twee druipende mountainbikes en een male en female Caucasian, die zich verdacht maken omdat ze natte shirts uittrekken.
maandag 3 mei 2010
Roc Anje sur Mer
Vrijdag 30 april 2010
10.45, Koninginnedag, zwaar bewolkt, zuurstofrijk miezerregentje.
De eerste ' trektocht' met bagage op de mountainbike. De route gaat via Oegstgeest (zullen we een bakkie doen bij M en K?) (nee want we zijn nog geen 5 minuten onderweg) naar Katwijk. Het prettige miezerregentje is inmiddels een enorme stortbui geworden, en daar is mijn hardloopjackje niet tegen bestand. Gelukkig dient zich een lege loods aan waar we echte regenkleding kunnen aandoen. Het staat weliswaar achter een hek, maar daar zit een gat in, zodat we er makkelijk langs kunnen. Het bordje met de woorden 'Gevaarlijk. Asbest . Niet Betreden' doet mij besluiten tot weinig inademen, maar dat is best lastig te combineren met het eten van een droge eierkoek.
In de duinen tussen Katwijk en Wassenaar zien we een vos. Prachtig.
Kort na Wassenaar doen we de regenkleding uit, maar dat blijkt toch wel een bui of vier te vroeg.
In Den Haag moeten we ons regelmatig over vrijmarkten wurmen met de bepakte fietsen. In Kijkduin is het tijd voor koffie met een OranjeTompoes. (Spijt! achteraf toch liever appeltaart gehad!)
Ondertussen is de wind behoorlijk toegenomen, en ook nog pal tegen. Scheldend zit ik achter H. Lelijke kassen! Rotdijk! Kitscherige Boerderettes! Ik snap best waarom het hier Monster heet, bah! Maar ondertussen blijft het wel droog, hebben we de wind richting Maassluis een beetje in de rug.
Op het pontje naar Rozenburg eten we snel een boterham en meer eierkoeken en fietsen we ' op de overkant' de industrie tegemoet. Eigenlijk is dat ook best een leuke omgeving: enorme olie terminals, grote bruggen, duwboten met veel lading ervoor. Als fietser ben je dan best klein.
De route voert ons verder langs de Brielse Maas, door den Briel, door Tinte en uiteindelijk rijden we 78 kilometer en 5 uur verder Rockanje in.